Tools (Extra)
WiFi configureren - werking, setup en testen
Het diagnose apparaat heeft de mogelijkheid om verbinding te maken met een Wi-Fi netwerk.
Deze verbinding is echter uitsluitend bedoeld voor onze netwerkdienst. Een Wi-Fi verbinding is
nodig om programma-aanpassingen en berichten te kunnen ontvangen.
De volgende pictogrammen en indicators voor WiFi worden gebruikt tijdens het configureren,
testen en gebruik.
Selecteer om WiFi
AAN te zetten
z
WiFi inschakelen
1. Ga in het Home-scherm naar Extra > Instellingen > WiFi configureren.
De melding "WiFi staat UIT" wordt weergegeven
2. Selecteer het WiFi aan/uit pictogram om de WiFi-radio AAN te zetten
Op het scherm worden nu de beschikbare ondersteunde netwerkverbindingen weergegeven.
OPMERKING:
i
Het pictogram voor WiFi aan/uit verandert van een groen vinkje in een rode "X" ten teken dat de
WiFi radio is AAN gezet.
Pictogram voor WiFi aan/uit
Selecteer om WiFi
UIT te zetten
Alleen weergegeven op WiFi-configuratiescherm
Afbeelding 7-9 Pictogram voor WiFi aan/uit (afgebeeld als UIT)
Pictogram voor
Indicator voor WiFi-signaalsterkte
WiFi-test
Selecteer om
Nul balkjes betekent
scherm WiFi-test te
een zwak of geen
openen
Weergegeven op de titelbalk naast de
63
Menu Tools (Extra)
Drie balkjes
betekent een sterk
WiFi-signaal
WiFi-signaal
indicator voor accuniveau
(Afbeelding
7-9).