Inleiding
2.1 Bedieningstoetsen
Er zijn vier toetsen van het indruktype en een multi-directioneel bedieningselement voor
bediening dat zich rechts op het diagnose-instrument bevindt. Alle overige bewerkingen met
het diagnose-instrument worden beheerd via het aanraakscherm.
Item
1
2
3
4
5
Knop
Beschrijving
Y/
a
of Accepteren -
Druktoetstype
N/X
of Annuleren -
Druktoetstype
Directioneel -
bedieningspadtoetsen
(Sneltoets) -
Druktoetstype
In-/uitschakelen -
Druktoetstype
Scanner
OBD-II/EOBD
Eerdere voertuigen
Extra
en data
Afbeelding 2-1 Vooraanzicht
Een selectie in een menu of programma
•
bevestigen.
Een item selecteren dat is gemarkeerd met
•
de richtingstoetsen.
Verspringen naar het volgende scherm in
•
een reeks.
Het antwoord Ja invoeren als er een ja/
•
nee-vraag wordt gesteld.
Een menu of programma afsluiten.
•
Een geopende lijst sluiten en terugkeren naar
•
het vorige menu of scherm.
Het antwoord Nee invoeren als er een ja/
•
nee-vraag wordt gesteld.
Met de richtings- of pijltoetsen verplaatst u de cursor
of markering in de desbetreffende richting:
Omhoog (b)
•
Omlaag (d)
•
Links (e)
•
Rechts (c)
•
Een programmeerbare functietoets die voorziet in
een snelkoppeling voor het uitvoeren van een
verscheidenheid aan routinetaken. Raadpleeg
Configureren
voor meer informatie.
Het diagnose-instrument in- en uitschakelen. Houd
de knop 5 seconden ingedrukt om de eenheid uit te
schakelen in een noodsituatie.
6
Bedieningstoetsen
1
2
3
4
5
Snelkoppelingstoets‚ op pagina 54