Kies de sensortoets .
Kies
Warmhouden
Bevestig met OK.
Als ook de functie
schakeld, verschijnt
is "Snelkoelen" vereist. "Snelkoelen" wordt
ook ingeschakeld.
Bevestig de melding indien nodig
met OK.
De functies
Warmhouden
zijn ingeschakeld. Na afloop van de be-
reiding gaat de deur automatisch op
een kier open. De koelventilator koelt
het gerecht en de ovenruimte snel af tot
de vooraf ingestelde temperatuur.
Zodra de temperatuur is bereikt, gaat
de deur automatisch weer dicht om het
gerecht warm te houden.
Warmhouden voor één bereiding uit-
schakelen
Voorbeeld: u hebt een functie en de no-
dige instellingen gekozen, zoals een
temperatuur.
U wilt de functie
bereiding uitschakelen.
Kies de sensortoets .
Kies
Warmhouden
Bevestig met OK.
De functie
Warmhouden
keld. Na afloop van de bereiding blijft
de deur gesloten. De koelventilator
koelt het gerecht en de ovenruimte af.
De instelling voor de functie
wijzigt niet.
|
Aan
.
is uitge-
Snelkoelen
Voor "Warmhouden"
en
Snelkoelen
voor deze
Warmhouden
|
.
Uit
is uitgescha-
Snelkoelen
Crisp function
Het gebruik van de functie
(vochtvermindering) is zinvol bij ge-
rechten zoals quiche, pizza, plaattaar-
ten met vochtig beleg of muffins.
Vooral gevogelte krijgt met deze functie
een krokant vel.
Crisp function inschakelen
De functie
Crisp function
functie gebruikt worden en moet voor
elke bereiding apart worden ingescha-
keld.
U heeft een functie en de nodige instel-
lingen gekozen, bijv. een temperatuur.
U wilt de functie
bereiding inschakelen.
Kies de sensortoets .
Kies
Crisp function
Bevestig met OK.
De functie
Crisp function
Bediening
Crisp function
kan bij elke
Crisp function
voor deze
|
Aan
.
is ingeschakeld.
51