13
Werken met meethulpmiddelen
Volg deze procedure:
1. U stelt als volgt een verschilberekening in:
• Als u gebruikersinstellingen definieert, selecteert u
vervolgens
(Voeg delta toe).
• Als u een beeld in het archief bewerkt, selecteert u
(Voeg delta toe).
2. Druk op de navigatietoets. Hierna wordt een dialoogvenster weergegeven waarin u
de meethulpmiddelen kunt selecteren die u in de verschilberekening wilt gebruiken.
U kunt ook kiezen voor een vaste temperatuurreferentie.
3. Druk op de navigatietoets. Het resultaat van de verschilberekening wordt nu op het
scherm weergegeven.
13.9 Een meetalarm instellen
13.9.1 Algemeen
U kunt de camera een alarm laten activeren zodra er aan bepaalde meetvoorwaarden
wordt voldaan.
13.9.2 Alarmtypes
U kunt kiezen uit de volgende alarmtypes:
• Boven: activeert een alarm als een temperatuur boven de vooraf ingestelde alarmtem-
peratuur komt.
• Onder: activeert een alarm als een temperatuur onder de vooraf ingestelde alarmtem-
peratuur komt.
13.9.3 Alarmsignalen
Wanneer er een alarm wordt ingesteld, wordt het symbool
resultatentabel.
Wanneer er een alarm geactiveerd wordt, wordt de waarde in de resultatentabel in rood
(alarm boven) of in blauw (alarm onder) weergegeven en knippert het symbool
(alarm boven) of
(alarm onder).
U kunt ook een akoestisch alarm instellen (er klinkt een pieptoon als het alarm wordt
geactiveerd).
13.9.4 Procedure
Er zijn verschillende procedures voor het instellen van een alarm voor een punt, recht-
hoek, cirkel of lijn of verschilberekening.
13.9.4.1 Een alarm instellen voor een punt
Volg deze procedure:
1. Om het punt te selecteren, raakt u het aan op het scherm. Het hulpmiddel wordt nu
weergegeven met een frame.
2. Druk op de navigatieknop, of tik op het hulpmiddel en houd het ingedrukt. Hierna
wordt een contextmenu weergegeven.
3. Selecteer
(Alarm instellen op punt en druk op de navigatieknop. Er wordt een
dialoogvenster weergegeven.
#T810413; r. AF/83883/83910; nl-NL
(Meting toevoegen) en
(Meting) en vervolgens
weergegeven in de
69