11
Een goed beeld verkrijgen
11.3.1.2 Voorbeeld 2
Hier worden twee infraroodbeelden getoond van een isolator in een hoogspanningslei-
ding. Om de analyse van de temperatuurverschillen in de isolator te vergemakkelijken, is
het temperatuurbereik in het rechter beeld ingesteld op waarden nabij de temperatuur
van de isolator.
Automatisch
Handmatig
11.3.2 Gebied automatische instelling
Wanneer u een warmtebeeld automatisch aanpast, past u dit aan voor de beste helder-
heid en het beste contrast. Dit betekent dat de kleurinformatie wordt verdeeld over de
bestaande temperaturen van het beeld.
In sommige situaties kan het beeld zeer hete of zeer koude gebieden buiten uw interes-
segebied bevatten. In dergelijke gevallen kunt u deze gebieden uitsluiten en de kleurin-
formatie alleen gebruiken voor de temperaturen in uw interessegebied. U kunt dit doen
door een kleiner gebied voor automatische aanpassing te selecteren.
Selecteer het gebied voor automatische aanpassing onder
(Instellingen) > Appa-
raatinstellingen > UI-opties > Gebied automatische aanpassing.
11.3.3 Handmatige afstelling door op het scherm te tikken
11.3.3.1 Algemeen
De aanraakfunctie voor handmatige beeldaanpassing kan worden in- en uitgeschakeld
met een instelling. Selecteer
(Instellingen) > Apparaatinstellingen > Interface-opties
gebruiker > Handmatige afstelling met aanraking > Aan/Uit.
Wanneer de handmatige beeldaanpassingsmodus actief is, wordt aan de rechterkant
van de temperatuurschaal een instelwiel weergegeven. (Van toepassing indien de func-
tie voor handmatige afstelling met aanraking is ingeschakeld.)
54
#T810413; r. AF/83883/83910; nl-NL