5
Snelstartgids
Volg deze procedure:
1. Voordat u de camera voor het eerst start, is het van belang dat de batterij 3 uur lang
is opgeladen met de autonome batterijlader.
2. Plaats de batterij in het batterijvak van de camera.
3. Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf.
Opm. Gebruik geen geheugenkaart die eerder is gebruikt in een ander type came-
ra. De camera's organiseren bestanden mogelijk anders op de geheugenkaart, waar-
door gegevens verloren kunnen gaan als dezelfde geheugenkaart wordt gebruikt in
verschillende typen camera.
4. Druk op de aan/uit-knop
5. Volg de instructies op het camerascherm om uw camera te configureren. U kunt bij-
voorbeeld de taal, eenheden en datum- en tijdnotatie selecteren.
U kunt ook instellen dat de camera de beelden uploadt voor online opslag. Als u het
uploaden van beelden wilt inschakelen, moet u de camera verbinden met het internet
en de camera koppelen aan een FLIR Ignite account. Gebruik een computer of ander
apparaat met internettoegang en volg de instructies op het camerascherm.
Opm. U kunt alle instellingen uitvoeren als onderdeel van de eerste configuratie
van de camera, of later, op elk gewenst moment via het menu Instellingen.
6. Als u het automatisch uploaden van beelden wilt inschakelen, selecteert u
stellingen), meldt u zich aan bij FLIR Ignite en zet u de schakelaar Automatisch
uploaden op Aan.
7. Richt de camera op het gewenste object.
8. Stel de focus van de infraroodcamera bij.
Opm. Juiste scherpstelling is van groot belang. Onjuiste scherpstelling heeft effect
op de werking van de modi. Het heeft tevens effect op de temperatuurmeting.
9. Druk op de knop Opslaan om een beeld op te slaan.
10. Als automatisch uploaden is ingeschakeld, worden nieuwe beelden automatisch naar
uw FLIR Ignite account geüpload wanneer de camera is verbonden met internet. U
kunt beelden ook handmatig uploaden. Om toegang te krijgen tot uw FLIR Ignite ac-
count, gaat u naar
https://ignite.flir.com.
U kunt ook beelden van de camera verplaatsen met behulp van de USB-kabel of de
geheugenkaart.
11. Importeer de beelden met behulp van thermografiesoftware van FLIR en stel een in-
spectierapport op.
5.1 Onthouden
• Stel de camera eerst scherp. Als u dit niet doet, zal de meting onjuist zijn.
• Standaard wordt de instelling van de meeste camera´s automatisch aangepast. Ge-
bruik eerst deze modus, maar stap bij twijfel over op handmatige bediening.
• Een warmtebeeldcamera heeft een resolutielimiet. Deze is afhankelijk van de grootte
van de detector, de lens en de afstand tot het onderwerp. Gebruik de functie voor mid-
delpuntsmeting als hulpmiddel voor het bepalen van de kleinst mogelijke object-
grootte. Ga indien noodzakelijk dichterbij staan. Zorg dat u uit de buurt blijft van
gevaarlijke plekken en elektrische onderdelen.
• Wees voorzichtig als u de camera loodrecht op het doel houdt. Let goed op reflecties,
met name bij lage emissiewaarden: uzelf, de camera of de omgeving kan in dit geval
de belangrijkste bron van reflectie worden.
• Selecteer bij het uitvoeren van metingen een zone met een hoge emissiegraad, bij-
voorbeeld een gebied met een niet-weerspiegelend oppervlak.
• Lege objecten, met lage emissiewaarden, kunnen in de camera warm of koud lijken
aangezien deze hoofdzakelijk reflecties veroorzaken.
#T810413; r. AF/83883/83910; nl-NL
om de camera in te schakelen.
(In-
9