7
Omgaan met de camera
7.1.4 De batterij opladen via een computer met behulp van een USB-kabel
1. Open de klep van het connectorvak aan de onderkant van de camera.
2. Sluit de USB-kabel aan op de USB-C-connector in het connectordeel. Sluit het an-
dere uiteinde van de USB-kabel aan op de computer.
Opm.
• Zet de computer aan om de camera op te laden.
• Het opladen van de camera met een USB-kabel die is aangesloten op een computer
duurt aanzienlijk langer dan het opladen met behulp van de USB-batterijlader of de
autonome batterijlader. Als de camera is ingeschakeld, kan deze meer stroom ver-
bruiken dan de computer levert.
• Druk bij het sluiten van de klep van het connectorvak stevig langs de randen van de
klep, zodat deze goed aansluit.
7.2 De batterij van de camera installeren en
verwijderen
7.2.1 De batterij plaatsen
Opm. Gebruik een schone, droge doek om water of vocht op de batterij te verwijderen,
voordat u deze installeert.
Volg deze procedure:
1. Druk de batterij in het batterijvak. De batterij klikt als deze wordt vergrendeld.
7.2.2 De batterij verwijderen
Opm. Gebruik een schone, droge doek om water of vocht van de camera te verwijde-
ren, voordat u de batterij verwijdert.
Volg deze procedure:
1. Schakel de camera uit.
#T810413; r. AF/83883/83910; nl-NL
20