PLC-variabelen
Teller
Gegevens
Formaten
B
H
D
+/-D
F
A
Voorbeelden voor schrijfwijzen
Toegelaten schrijfwijzen voor variabelen:
• PLC-variabelen: EB2, A1.2, DB2.DBW2, VB32000002
• NC-variabelen:
– NC-systeemvariabelen: Schrijfwijze $AA_IM[1]
– Gebruikersvariabelen/GUD Schrijfwijze GUD/MyVariable[1,3]
– BTSS - Schrijfwijze: /CHANNEL/PARAMETER/R[u1,2]
Opmerking
Als door het PLC-gebruikersprogramma een string in een NC/PLC-variabele wordt geschreven,
wordt de string alleen correct weergegeven als de variabele op NC-zijde als veldvariabele van het
type "A" (ASCII) wordt geparametreerd.
Voorbeeld van een veldvariabele
Variabele
DBx.DBBy[<aantal>]
Variabele invoegen
De startwaarde bij het "Filteren/Zoeken" van variabelen is verschillend. Om bijvoorbeeld de
variabele $R[0] in te voegen, voert u de volgende startwaarde in:
• De startwaarde is 0 als u op "Systeemvariabelen" filtert.
• De startwaarde is 1 als u op "Alle (geen filter)" filtert. Hierbij worden alle signalen in BTSS-
formaat weergegeven.
Universal
Bedieningshandboek, 07/2021, 6FC5398-6AP40-6JA4
•
Teller (Zx)
•
Teller (Cx)
•
Gegevensmodule (DBx): Gegevensbit (DBXx), gegevensbyte (DBBx), ge‐
gevenswoord (DBWx), gegevensdubbelwoord (DBDx)
•
Gegevensmodule (VBx): Gegevensbit (VBXx), Gegevensbyte (VBBx), Ge‐
gevenswoord (VBWx), Dubbel gegevenswoord (VBDx)
Binair
Hexadecimaal
Decimaal zonder voorteken
Decimaal met voorteken
Float/glijpunt (bij dubbelwoorden)
ASCII-tekens
Formaat
A
Alarm-, fout- en systeemmeldingen
17.6 PLC- en NC-variabelen
435