Programma's beheren
13.3 Programma afwerken
13.3
Programma afwerken
Wanneer u een programma voor uitvoering selecteert, dan schakelt de besturing automatisch
over naar het bedieningsbereik "Machine".
Programmaselectie
Werkstukken (WPD), hoofdprogramma's (MPF) of subprogramma's (SPF) kunt u selecteren door
de cursor op het gewenste programma of werkstuk te plaatsen.
Bij werkstukken moet zich een programma met dezelfde naam in de werkstukdirectory
bevinden dat automatisch voor uitvoering is geselecteerd (bijv. door de selectie van het
werkstuk WELLE.WPD wordt automatisch het hoofdprogramma WELLE.MPF geselecteerd).
Wanneer een INI-bestand met dezelfde naam bestaat (bijv. WELLE.INI) dan wordt dit eenmalig
uitgevoerd bij het starten van het eerste deelprogramma na het selecteren van het
deelprogramma. Afhankelijk van machinedatum MD11280 $MN_WPD_INI_MODE worden
eventueel andere INI-bestanden uitgevoerd.
MD11280 $MN_WPD_INI_MODE=0:
Het INI-bestand met dezelfde naam als het geselecteerde werkstuk wordt uitgevoerd.
Bijvoorbeeld: bij de selectie van WELLE1.MPF wordt ook >CYCLE START> WELLE1.INI uitgevoerd.
MD11280 $MN_WPD_INI_MODE=1:
Alle bestanden van het type SEA, GUD, RPA, UFR, PRO, TOA, TMA en CEC met dezelfde naam als
het geselecteerde hoofdprogramma worden in de opgegeven volgorde uitgevoerd. De
hoofdprogramma's die in een werkstukdirectory zijn opgeslagen, kunnen door meerdere
kanalen worden geselecteerd en uitgevoerd.
Procedure
338
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Programma-manager".
2.
Selecteer de gewenste opslagplaats en plaats de cursor op het werkstuk/
programma dat u wilt uitvoeren.
3.
Druk op de softkey "Selecteren".
De besturing schakelt automatisch over naar het bedieningsbereik "Ma‐
chine".
- OF -
Bedieningshandboek, 07/2021, 6FC5398-6AP40-6JA4
Universal