7.16
Instellingen voor automatische modus
Om fouten in de programmering vroegtijdig te herkennen, kunt het programma voor de
bewerking van een werkstuk testen. Hiervoor gebruikt u een testrunvoeding.
Bovendien heeft u de mogelijkheid om de verplaatsingssnelheid te beperken, zodat er bij het
inlopen van een nieuw programma met ijlgang geen ongewenst hoge verplaatsingssnelheden
optreden.
Testrunvoeding
Als u onder programmabeïnvloeding "DRY testrunvoeding" heeft geselecteerd, dan vervangt de
onder "Testrunvoeding DRY" ingevoerde waarde bij de uitvoering de geprogrammeerde voeding.
Gereduceerde ijlgang
Als u onder programmabeïnvloeding "RG0 gereduceerde ijlgang" heeft geselecteerd, dan wordt
ijlgang gereduceerd tot de onder "gereduceerde ijlgang RG0" ingevoerde procentwaarde.
Meetresultaat weergeven
In een deelprogramma laat u via een MMC-commando meetresultaten weergeven.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
• De besturing schakelt bij het bereiken van het commando automatisch om naar het
bedieningsbereik "Machine" en het venster met de meetresultaten wordt weergegeven,
• Het venster met de meetresultaten wordt geopend door het indrukken van de softkey
"Meetresultaat".
Bewerkingstijden opnemen
Als ondersteuning bij het aanmaken en optimaliseren van een programma kunt u de
bewerkingstijden laten weergeven.
U kunt instellen of de tijdregistratie tijdens het bewerken van het werkstuk ingeschakeld is.
• uit
Tijdens de werkstukbewerking is de tijdregistratie uitgeschakeld. Er worden geen
bewerkingstijden bepaald.
• bloksgewijs
Voor elke bewegingsblok van een hoofdprogramma worden de bewerkingstijden bepaald.
Opmerking: U kunt daarnaast ook somtijden voor de blokken laten weergeven.
Neem hiervoor de specificaties van de machinefabrikant in acht.
• per blok
De bewerkingstijden worden voor alle blokken bepaald.
Opmerking
Verbruik van ressources
Hoe meer bewerkingstijden u laat weergeven, des te meer ressources er worden gebruikt.
Zo worden er bij de stapsgewijze instelling meer bewerkingstijden bepaald en opgeslagen dan
bij de instelling per blok.
Universal
Bedieningshandboek, 07/2021, 6FC5398-6AP40-6JA4
7.16 Instellingen voor automatische modus
Werkstuk bewerken
195