Procedure
Door het wijzigen van een bestand van het type DEF/MAC kunnen aanwezige definitie-/
macrobestanden worden gewijzigd of gewist, of kunnen nieuwe worden toegevoegd.
Procedure
Universal
Bedieningshandboek, 07/2021, 6FC5398-6AP40-6JA4
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Parameters".
2.
Druk op de softkey "Gebr. variabele".
3.
Druk op de softkeys "R-parameter", "Globale GUD", "Kanaal GUD", "Plaat‐
selijke GUD" of "Programma GUD" om in de lijst te selecteren naar welke
gebruikersvariabele u wilt zoeken.
4.
Druk op de softkey "Zoeken".
Het venster "R-parameter zoeken" of "Gebruikersvariabele zoeken" wordt
geopend.
5.
Voer het gewenste zoekbegrip in en druk op "OK".
De cursor wordt automatisch op de gezochte R-parameter of de gezochte
gebruikersvariabele geplaatst, wanneer deze worden gevonden.
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Inbedrijfstelling".
2.
Druk op de softkey "Systeemgegevens".
3.
Selecteer in de bestandsstructuur de map "NC-gegevens" en open daar de
map "Definities".
4.
Selecteer het bestand dat u wilt bewerken.
5.
Dubbelklik op het bestand.
- OF -
Druk op de softkey "Openen".
- OF -
Druk op de toets <INPUT>.
- OF -
Druk op de toets <Cursor rechts>.
Het geselecteerde bestand wordt in de editor geopend en kan daar wor‐
den bewerkt.
7.11 Gebruikersvariabelen weergeven en bewerken
Werkstuk bewerken
183