Werkstuk bewerken
7.10 Programma wijzigen
Instelling
Bewerkingstijden bepa‐
len
Bewerkingstijden op‐
slaan
Gereedschap meeschrij‐
ven
Cycli weergeven als
werkstappen
172
Betekenis
Bepaalt welke programmalooptijden in de simulatie of in de automatische
modus worden bepaald.
•
Uit
Programmalooptijden worden niet bepaald.
•
Per blok: De looptijden worden voor elk programmablok bepaald.
•
Per record De looptijden worden op het niveau van de NC-records bepaald.
Opmerking: U kunt daarnaast ook somtijden voor de blokken laten weer‐
geven.
Neem hiervoor de specificaties van de machinefabrikant in acht.
Na afloop van de simulatie resp. na de uitvoering van het programma worden
de benodigde bewerkingstijden weergegeven in de editor.
Geeft aan, op welke wijze de bepaalde bewerkingstijden verder worden ver‐
werkt.
•
Ja
In de directory van het deelprogramma wordt een subdirectory aange‐
maakt met de naam "GEN_DATA.WPD". Hier worden de bepaalde bewer‐
kingstijden opgeslagen in een ini-bestand met de naam van het program‐
ma. Bij het herladen van het programma resp. de joblijst worden de be‐
werkingstijden opnieuw weergegeven.
•
Neen
De bepaalde bewerkingstijden worden alleen in de editor weergegeven.
Geef aan of de gereedschapsgegevens moeten worden geregistreerd.
•
Ja
De registratie vindt plaats tijdens het uitvoeren. De gegevens worden in
een TTD-bestand (Tool Time Data) opgeslagen. Het TTD-bestand wordt
opgeslagen in de directory van het bijbehorende werkstukprogramma.
•
Nee
De gereedschapsgegevens worden niet opgeslagen.
•
Ja: De cyclusoproepen in G-code-programma's worden als leesbare tekst
weergegeven.
•
Nee: De cyclusoproepen in G-code-programma's worden in NC-syntax
weergegeven.
Bedieningshandboek, 07/2021, 6FC5398-6AP40-6JA4
Universal