Procedure
7.18.3
Gericht naar een programmablok springen
Als u in de grafiek een bijzonderheid of een fout ontdekt, dan kunt u van deze positie direct naar
het desbetreffende programmablok springen om het programma aan te passen.
Voorwaarden
• Het gewenste programma is in de matrijsweergave geopend.
• De softkey "Grafiek" is geactiveerd.
Universal
Bedieningshandboek, 07/2021, 6FC5398-6AP40-6JA4
1.
Druk op de softkey "G1/G2/G3 verbergen" om de bewerkingstrajecten uit
te schakelen.
- OF -
2.
Druk op de softkey "G0 verbergen" om de aanloop- en terugtrektrajecten
uit te schakelen.
- OF -
Druk op de softkey "Punten verbergen" om alle punten van de grafiek te
verbergen.
Opmerking:
U kunt G1/G2/G3- en G0-lijnen tegelijkertijd verbergen.
In dat geval wordt de softkey "Punten onderdrukken" uitgeschakeld.
- OF -
Druk op de softkeys ">>" en "Vectoren" om alle oriëntatievectoren weer te
geven.
Opmerking:
De softkey is alleen bedienbaar indien er vectoren geprogrammeerd zijn.
- OF -
Druk op de softkeys ">>" en "Vlak" om het oppervlak van het werkstuk te
laten berekenen.
- OF -
Druk op de softkeys ">>" en kromming".
Het invoervenster "Kromming" wordt geopend.
Voer de gewenste minimum- en maximumwaarde in en druk op "OK" om
de invoer te bevestigen en de krommingswijziging in kleur te laten mar‐
keren.
Werkstuk bewerken
7.18 Matrijsweergave
213