60
Demontage en montage van het gasdrukregelventiel
1. De bevochtiger buiten gebruik stellen, zoals in hoofdstuk 7.5.
2. Draai de schroeven van het/de rechterzijpane(e)l(en) los en verwijder het/de pane(e)l(en).
3. Alleen bij RS uitvoering: maak de slangklem los en verwijder de luchttoevoerslang van het
bochtstuk van de luchtinlaat. Maak ook de kleine luchtslang los van het bochtstuk van de lucht-
inlaat.
4. Maak de elektrische bekabeling los van het gasdrukregelventiel en drukregelaar (maak een
notitie van de verbindingen).
5. Maak de koppeling los van de flexibele gasleiding aan het gasdrukregelventiel en verwijder de
gasleiding.
6. Draai de twee schroeven van het venturiverdeelstuk los en verwijder het verdeelstuk samen met
het gasdrukregelventiel.
7. Draai de vier schroeven los en verwijder de gasleiding van het gasdrukregelventiel.
8. Trek de slang van de drukschakelaar los van de aansluiting (maak een notitie van de verbindingen).
Draai de drie schroeven los van de houder van de drukschakelaar en verwijder de drukschakelaar
van het gasdrukregelventiel.
9. Draai de drie schroeven los van het gasdrukregelventiel en verwijder de gasdrukregelventiel van
het venturiverdeelstuk.
Het opnieuw monteren gebeurt in de omgekeerde volgorde. Defecte afdichtingen door nieuwe vervan-
gen. Zorg ervoor dat alle afdichtingen juist gemonteerd zijn en de elektrische bedrading correct is
aangesloten.
GEVAAR!
Na servicewerk aan het gassysteem moet u steeds een lekkagecontrole volgens hoofdstuk 5.5.2
uitvoeren.
Ontploffingsgevaar!