8
Onderhoud
8.1
Belangrijke aanwijzingen bij onderhoud
Scholing
Alle onderhoudswerkzaamheden dienen uitsluitend door daarvoor aangewezen en opgeleid personeel
uitgevoerd te worden. Het personeel dient bekend te zijn met de Condair GS.
Onderhoud en reparatie aan de elektrische installatie van de Condair GS dienen uitsluitend door
specialisten (b.v. een elektricien) uitgevoed te worden, die met de hiermee verbonden gevaren
bekend zijn. Het aanwijzen van bekwaam personeel behoort tot de verantwoordelijk van de klant.
Algemeen
De richtlijnen en gegevens voor de onderhoudswerken zijn uitdrukkelijk na te leven en te re s pec teren.
U mag enkel die onderhoudwerken uitvoeren die in dit hoofdstuk opgenomen zijn.
Voor het vervangen van defecte onderdelen mag u enkel originele onderdelen van Condair gebruiken.
Veiligheid
Vóór het begin van de onderhoudswerken moet u de Condair GS, zoals beschre v en in hoofdstuk 7.5,
buiten gebruik stellen en tegen onvrijwillig aanzetten beveiligen.
8.2
Richtlijnen voor onderhoud
Voor het behouden van de bedrijfsveiligheid moet u de Condair GS uitdrukkelijk op regelmatige
intervallen onderhouden. Hierbij maakt men een onderscheid tussen het eerste onderhoud na
500 bedrijfsuren (I), het kleine onderhoud telkens wanneer het onderhoudsalarm verschijnt
(II) en het jaarlijkse onder houd (III).
Belangrijk! Afhankelijk van de waterhardheid en de gemiddelde stoomproductie is het misschien
nodig de intervallen voor het kleine onderhoud te verkleinen. Als de hoogte van de kalkaanslag op
de bodem van de tank meer bedraagt dan 5 cm moet de interval worden bekort. Als de hoogte
minder bedraagt dan 5 cm kan de interval worden verlengd.
Belangrijk: elk onderhoud dient op het controleblad "Onderhoud" ingevuld te worden (een kopie
vindt u aan het einde van de montage- en bedieningsinstructies). In geval dat er sprake is van geen,
achterstallig of nalatig onderhoud aan de stoomluchtbevochtiger zal de garantie komen te vervallen.
Hieronder vindt u een overzicht van de uit te voeren werken van de drie onderhoudstrappen.
Componenten
Watertank
Waterafvoerleidingen incl. sifon
Interval
Uitvoerende werken
I
II
III
X
X
X
Tank openen en de hoogte van de kalkresten op de tank-
bodem meten (max. 5 cm). Aansluitend de kalk uit de
tank verwijderen.
Controleer al het leiding werk naar de tank (in het bijzonder
de niveauregeleenheid). Indien nodig reinigen.
X
X
X
De drainschakelaar indrukken en het vrije wegstromen
controleren. De leidingen op verkalking en dichtheid
controleren. De verkalkte leidingen reinigen of vervangen.
Lekkende leidingen dichten of vervangen.
55