24
5.3
Stoominstallatie
5.3.1
Plaatsbepaling en montage van de stoomverdeelpijpen
De plaats van de stoomverdeelpijpen wordt bepaald door het ontwerp van de luchtbehandeling.
Voor een goede bevochtiging van de lucht in het luchtkanaal moeten dan ook de volgende richtlijnen
gevolgd worden.
Bepalen van bevochtigingstraject
Tijdens bedrijf is de stoom uit de stoomverdeelpijp tot op een bepaalde afstand zichtbaar in de vorm
van een nevel. Dit traject wordt het bevochtigingstraject "B
het bepalen van de minimaal toelaatbare afstanden tot de volgende componenten van de installatie.
Het bepalen van het bevochtigingstraject "B
globale bepaling van "B
inzake de toepassing van de Condair GS bij toevoerluchttemperaturen tussen 15 °C en 30 °C. De
vet gedrukte waarden gelden alleen voor stoomverdeelpijpen 81-..., de waarden tussen haakjes
gelden voor het OptiSorp stoomverdeelsysteem.
Luchtvochtigheid voor
bevochtiging
φ1 in %r.v.
5
10
20
30
40
50
60
70
Voor een luchtkanaalbreedte <600 mm moet het bevochtigingstraject bij een OptiSorp-systeem met
ca. 50% worden verlengd.
φ1 in %r.v.: relatieve vochtigheid v.d. toevoerlucht vóór de bevochtiging bij
φ2 in %r.v.: relatieve vochtigheid v.d. toevoerlucht ná de stoomverdeelpijp bij
Voorbeeld
gegeven:
bevochtigingstraject B
Opmerking: Als de inbouwsituatie slechts een korte bevochtigingsafstand toelaat, moet de stoomhoe-
veelheid per basisunit over twee stoomverdeelpijpen worden verdeeld, of moet het OptiSorp stoom-
verdeelsysteem worden toegepast. Neem in dat geval contact met Condair BV op.
Bevochtiging-
straject B
N
φ 1: Toevoerluchtvochtigheid vóór bevochtiging
φ 2: Luchtvochtigheid na bevochtiging
" kan de onderstaande tabel gebruikt worden. De tabel geeft richtwaarden
N
40
0,9 (0,22)
1,1 (0,28)
0,8 (0,20)
1,0 (0,26)
0,7 (0,16)
0,9 (0,22)
0,5 (0,10)
0,8 (0,17)
–
0,5 (0,11)
–
–
–
minimale toevoerluchttemperatuur
maximale stroomproductie
:
N
" genoemd en dient als basis voor
N
Expansie- en mengzone
" is afhankelijk van verschillende factoren. Voor de
N
Lengte v.h. bevochtigingstraject B
vochtigheid na bevochtiging φ2 in %r.v.
50
60
1,4 (0,36)
1,8 (0,48)
1,3 (0,34)
1,7 (0,45)
1,2 (0,30)
1,5 (0,41)
1,0 (0,25)
1,4 (0,36)
0,8 (0,20)
1,2 (0,30)
–
0,5 (0,13)
1,0 (0,24)
–
–
0,7 (0,16)
–
–
φ1= 30 %r.v., φ2= 70 %r.v.
1,4 m (0,36 m bij OptiSorp stoomverdeelsysteem)
in m
N
70
80
2,3 (0,66)
3,5 (1,08)
2,2 (0,64)
3,4 (1,04)
2,1 (0,58)
3,2 (0,96)
1,9 (0,52)
2,9 (0,88)
1,7 (0,45)
2,7 (0,79)
1,5 (0,38)
2,4 (0,69)
1,2 (0,30)
2,1 (0,58)
–
0,8 (0,20)
1,7 (0,45)
90