Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage Van De Unit; Plaatsbepaling Van Het Apparaat - Condair GS C Series Montage- En Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GS C Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

20
5.2

Montage van de unit

5.2.1

Plaatsbepaling van het apparaat

De plaatsing van de Condair GS is in sterke mate afhankelijk van de inbouwplaats van de stoom-
verdeelpijp (zie hoofdstuk 5.3.1) en van de gegevens voor de leiding van de rookgasafvoer (zie
hoofdstuk 5.6) en de luchttoevoerleiding (alleen RS uitvoering, zie hoofdstuk 5.7). Om een correct
functioneren van de Condair GS te garanderen en om een optimaal rendement te bereiken, moet
men met de volgende punten rekening houden:
– de lokale en nationale voorschriften voor de plaatsing van de gasgestookte apparaten zijn te volgen
en te respecteren. Condair BV is niet aansprakelijk bij het niet naleven van deze voorschriften.
– Bevochtiger zo aanbrengen, dat:
– de stoomslang zo kort mogelijk is (ideaal 2 m, max. 4 m), de minimale buigingsradius (R=
300 mm) en minimale stijging (20 %) resp. het minimale verval (5 %) van de stoomslang na-
geleefd kunnen worden (zie hoofdstuk 5.3.2).
Tip: Lange stoomleidingen verminderen op basis van het warmteverlies de maximale stoom-
prestaties van de bevochtiger. Bovendien neemt ook de statische druk toe.
– de rookgasleiding dient volgens de geldende lokale bouw- en installatievoorschriften gelegd
te worden.
– bij installatie van ruimtelucht onafhankelijke apparaten (RS-apparaten, gesloten uitvoering)
moet ervoor worden gezorgd dat de plaats van opstelling be reik baar is met een luchttoevoer
leiding en dat een goede toegankelijkheid is gewaarborgd.
– Bij de ruimtelucht afhankelijke apparaten (open uitvoering) moet u voor voldoende luchttoevoer
(volgens de lokale bouwvoorschriften) zorgen. De van de ruimtelucht onafhankelijke apparaten
(RS-apparaten, gesloten uitvoering) vereisen in de plaatsingruimte geen afzonderlijke ventilatie,
aangezien de vereiste verbrandingslucht via een luchttoevoer van buiten het gebouw ter beschik-
king gesteld wordt.
LET OP!
De werking van de bevochtiger met verontreinigde lucht kan tot veiligheidsproblemen leiden en
de prestaties van het toestel verminderen. Luchtverontreinigingen zijn bijvoorbeeld: halogenen,
ammoniak, chloride, zeer veel stof, kalk of vuil. Bij vragen i.v.m. de luchtkwaliteit moet u zich
wenden tot de technische dienst van Condair BV.
– De Condair GS gasgestookte stoomluchtbevochtigers zijn ontworpen voor montage op de vloer
op een opstellingsframe (standaard bij de levering) vastgemaakt op de vloer.
– De plaatmantel van de Condair GS warmt bij in bedrijf op (max. oppervlaktemperatuur van de
plaatmantel ca. 60 - 70 °C). U moet er dus op letten dat er zich in de onmiddellijke omgeving van
de bevochtiger geen warmtegevoelige materialen/apparaten bevinden.
– In de onmiddellijke omgeving van de Condair GS mogen geen brandbare materialen (isolatiema-
teriaal, vloer uit hout, enz.) aanwezig zijn. Ook hier moet u de lokale voorschriften in acht nemen!
– Monteer de luchtbevochtiger niet op een locatie waar gevaar is voor hitte of vorst. Als de luchtbe-
vochtiger buiten gemonteerd moet worden zal het in een waterdichte en thermisch geventileerde
omkasting geplaatst moeten worden. Indien nodig kunt u contact opnemen met Condair BV.
– De bevochtiger niet op trillende ondergronden monteren. Indien nodig kunt u contact opnemen
met Condair BV.
– De Condair GS mag alleen in ruimten gemonteerd en gebruikt worden die een waterafvoer bezit-
ten of die met een lekwaterbewaking uitgerust zijn.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave