34
5.5
Gasinstallatie
De gasinstallatie moet conform de lokaal geldende bouw- en installatievoorschriften worden
uitgevoerd.
5.5.1
Uitvoering van de gasinstallatie
Overzicht gasinstallatie
Installatierichtlijnen
De gastoevoer wordt via een afsluiter (uitdrukkelijk voorgeschreven), dat in de onmiddellijke buurt
van het apparaat geplaatst wordt, op de aansluiting van het apparaat gemonteerd. Bij gebruik van
gasleidingen van staal is de inbouw van een sedimentafscheider tussen de afsluiter en de ap-
paraataansluiting noodzakelijk. Men dient rekening te houden met de volgende aansluitgegevens:
– Toegestane gastoevoerdruk:
Gassoort
Natural gas H, E, E(S)
Natural gas L, ELL
Natural gas HS
Natural gas Lw
Natural gas Ls
Propane gas P
– Het gebruikte aansluitmateriaal moet onder druk getest en voor gasinstallaties geschikt zijn.
– Het gebruik van teflontape voor het afdichten van schroefdraadverbindingen in de gasleidingen
is niet toegestaan. Gebruik uitsluitend flexibel afdichtmiddel dat voor aard- en propaangas toe-
gestaan is.
– Het verloop van de gastoevoerleiding moet zodanig worden ontworpen dat de uitbouw van het
apparaat, de onderdelen of de front- en zijdeuren probleemloos kan verlopen.
2
1
3
1 Aansluiting Gastoevoerleiding
Apparaat model
GS 40
GS 80
GS 120 en GS 160
GS 200 en GS 240
2 Gasafsluiter (bouwzijde)
3 Sedimentafscheider
(Noodzakelijk bij gebruik van gasleidingen
van staal, bouwzijdig)
Gastoevoerdruk (mbar)
Nominaal
G20
20
G25
25
G25.1
25
G27
20
GZ350
13
G31
37 of 50
Aansluiting
BSP 1/2"
BSP 3/4"
BSP 1"
BSP 1 1/4"
Min
Max
17
25
20
30
20
30
17,5
23
10,5
16
25
57,5