Rookgasafvoer met onderdruk
Als de locale wetgeving een rookgasafvoer met onderdruk vereist dan moet de onderdruk tussen
-0,2 en -0,62 mbar liggen. De lokale regelgeving voor het ontwerp van het rookgasafvoersysteem
voor onderdruk moet te allen tijde worden nageleefd.
Extra eisen bij rookgasafvoer door een zijwand
Let op! In bepaalde landen is de rookgasafvoer door een zijwand niet toegestaan. Volg daarom in
ieder geval de lokale voorschriften op en neem contact op met de betreffende instanties en/of een
gasbedrijf.
Plaats de bevochtiger zo dicht mogelijk tegen de wand waardoor de rookgasafvoer gevoerd gaat
worden.
Plaats de uitlaatopening van de rookgasafvoer tenminste 1 m boven luchtaanzuigopeningen, die
zich binnen een afstand van 3 m en minimaal 1 m onder, 1 m horizontaal of 0,5 m boven deuren,
vensters en ventilatie-openingen van gebouwen bevinden.
Er moet een minimale afstand van 1 m tot elektriciteitsmeters, gasmeters en regel- en veiligheids-
inrichtingen aangehouden worden.
Plaats de uitlaatopening van de rookgasafvoer tenminste 2,5 m boven het niveau van aangrenzende
doorgangen voor mensen.
Het onderste punt van de rookgasafvoerbuis moet minstens 45 cm boven de vloer of de in normale
toestand te verwachten sneeuwhoogte liggen (Belangrijk! Aan muren die aan wind blootgesteld
zijn, kan de sneeuw hoger liggen).
De rookgasuitlaat niet op plaatsen aanbrengen waar condensatie van de uitlaatgassen tot problemen
kan leiden, zoals boven aanplanting en bij binnenplaatsen. Of daar waar de condensatie en de damp
van de uitlaatgassen ongemak en/of gevaar kunnen veroorzaken; of daar waar deze het gebruik van
besturingen, veiligheidsventielen en/of andere onderdelen kan beïnvloeden.
De voorschriften van de leverancier van de rookgasafvoer moeten aangehouden worden.
Aanvullende vereisten voor rookgassystemen van RS units
De RS units zijn gecertificeerd als C5-apparaten en moeten worden geïnstalleerd met de van fa-
briekswege geleverde installatiematerialen en aansluitingen. Waar de plaatselijke regels dit toestaan
kunnen de RS units worden geïnstalleerd als C6-apparaten. Raadpleeg voor dergelijke toepassingen
de aparte installatie-instructies "Installatie als een C6-apparaat", verkrijgbaar bij uw Condair-dealer.
Let op de volgende extra vereisten voor de rookgasinstallatie van RS units:
– Gebruik alleen de meegeleverde installatiematerialen en aansluitingen.
– De rookgasafvoerleiding en de luchttoevoerleiding moeten dezelfde lengte hebben (max. 21 m,
min. 2,1 m).
– De meegeleverde aansluitingen zijn bedoeld voor montage op een zijwand (rookgasafvoer via
zijwand). Houdt rekening met de aanwijzingen voor het monteren van de rookgasafvoer en lucht-
toevoer in hoofdstuk 5.7.
41