36
11. Bevestig de aansluitflens van de gasleiding (met o-ring) en de drukschakelaar op het nieuwe
gasdrukregelventiel (het gasdrukregelventiel wordt met een reeds gemonteerd venturiverdeelstuk
geleverd).
Let op! Let erop dat de op het typeplaatje van het venturiverdeelstuk, genoemde soort gas
overeenkomt met het toegepaste soort gas. De instelling van de verzegelde instelschroef
"A" mag door de klant niet verandert worden.
12. Plaats het venturiverdeelstuk samen met het gasdrukventiel op de ventilatorbrander (vergeet de
kurken afdichting niet) en bevestig dit met twee schroeven.
13. Sluit de flexibele gasleiding aan op de aansluiting van het gasdrukregelventiel en maak de
slangklem vast.
14. Plaats het bochtstuk van de luchtinlaat op het venturiverdeelstuk en maak de slangklem vast.
15. Sluit de slang van de drukschakelaar en wanneer voor handen de slang van de luchtverdeler
(alleen RS uitvoering) aan op de overeenkomstige aansluitingen op het venturiverdeelstuk.
16. Sluit de elektrische bekabeling aan op het gasdrukregelventiel en drukschakelaar.
17. Bij apparaten met meerdere branders de stappen 4 tot 16 herhalen totdat alle venturiverdeelstuk-
ken zijn vervangen.
Branderventilator
18. Lekkagebeproefing uitvoeren (aanwijzingen in hoofdstuk 5.5.2 opvolgen).
19. De bevochtiger inschakelen. Aansluitend de ontstekingstest starten en het ontstekingskarakter
controleren.
20. Is de ontstekingsverhouding in orde, plak dan het overeenkomende typeplaatje (sticker) over
het huidige typeplaatje. Aansluitend de zijpanelen aanbrengen en met de schroeven vastmaken.
Tenslotte het apparaat normaal in bedrijf nemen.
21. De ombouw is nu klaar.
Slang naar luchtverdeler
(alleen RS uitvoering)
Bochtstuk luchtinlaat
Slangklem
Venturiverdeelstuk
Flexibele gasleiding
Aansluitflens gasleiding
O-ring
Slang naar
drukschakelaar
Drukschakelaar
Gasdrukregelventiel
Kurken afdichting