Eigendomsrechten Dit document en de daarin opgenomen informatie zijn eigendom van Condair AG. Het is zonder voorafgaande toestemming van de fabrikant niet toegestaan om deze handleiding (of uittreksels daaruit) door te geven en te vermenigvuldigen of om de inhoud van deze handleiding aan derden te verkopen of door te geven. Schendingen van eigendomsrechten zijn strafbaar en verplichten tot schadevergoeding.
Voorwoord Hartelijk dank dat u voor de stoomluchtbevochtiger Condair RS hebt gekozen. De stoomluchtbevochtiger Condair RS is volgens de laatste stand van de techniek en conform erkende veiligheidstechnische voorschriften geconstrueerd. Desondanks kunnen bij ondeskundig gebruik van de stoomluchtbevochtiger Condair RS gevaren voor de gebruiker en/of derden ontstaan en/of kan er materiële schade ontstaan.
Pagina 6
Indien het product van eigenaar wisselt, dient de montagehandleiding aan de nieuwe eigenaar te worden overgedragen. Neem bij verlies van de documentatie contact op met uw Condair-vertegenwoordiger. Taalversies Deze montagehandleiding is verkrijgbaar in verschillende talen. Neem voor meer informatie contact op met uw Condair-vertegenwoordiger.
Het aanraken van stroomvoerende onderdelen kan tot ernstig letsel of de dood leiden. Houd u daarom aan de volgende instructie: Sluit de Condair RS pas aan op het elektriciteitsnet, als alle montagewerkzaamheden voltooid zijn, alle installaties op een correcte uitvoering zijn gecontroleerd en het apparaat weer correct gesloten en vergrendeld is.
Pagina 8
Vermijden van gevaarlijke bedrijfssituaties Alle personen die belast zijn met werkzaamheden aan de Condair RS zijn verplicht om veranderingen aan het apparaat die de veiligheid nadelig beïnvloeden onmiddellijk te melden aan de verantwoordelijke functionaris van de eigenaar en de Condair RS te beveiligen tegen onbedoeld inschakelen.
Productoverzicht Modeloverzicht De stoomluchtbevochtiger Condair RS is leverbaar als stand-aloneapparaat in verschillende maten van de behuizing ("S", "M" en "L"), als dubbele apparaat (2x "M") en als Linkup-systeem (3x "M" of 4x "M") met verschillende verwarmingsspanningen voor stoomcapaciteiten van 5 kg/u tot max.
Identificatie van het product Het product kan aan de hand van het typeplaatje worden geïdentificeerd: Productie Typeaanduiding Serienummer (7 posities) Maand/jaar Condair Ltd, Talstrasse 35-37, CH-8808 Pfäffikon Verwarmingsspanning Type: Condair RS 40 P-VE Serial: XXXXXXX 05.15 Voltage: 400V 3~ / 50...60Hz El.
Pagina 15
Sleutel modelbenaming Voorbeeld: Condair RS 50 L 400V/3~ P VE Productnaam Apparaatmodel: Maat behuizing: L: grote behuizing Verwarmingsspanning: 230 V/1~/50...60 Hz: 230 V/1~ 200 V/3~/50...60 Hz: 200 V/3~ 230 V/3~/50...60 Hz: 230 V/3~ 400 V/3~/50...60 Hz: 400 V/3~ 415 V/3~/50...60 Hz: 415 V/3~ 440 V/3~/50...60 Hz: 440 V/3~...
Montagerail 1xMP-S 1xMP-M 2xMP-M 3xMP-M 4xMP-M Montagerails voor de bevestiging van 1xMP-L de Condair RS aan een muur of aan het voor apparaten montagerek. "L" LonWorks-accessoirekaart 1xLW Accessoirekaart voor de koppeling van de Condair RS aan een gebouwenbeheersys- teem via LonWorks.
Pagina 17
––– ––– Set kabelverbindingen 1xCG 2xCG 3xCG 4xCG Set met kabelverbindingen voor de 1xCG besturingskast van de Condair RS. voor apparaten "L" Ledigingsset voor kalkopvangreservoir 1xSV 2xSV 3xSV 4xSV Set bestaande uit een elektrische aftapklep en slang voor het automatisch legen van het kalkopvangreservoir.
2xZ261 3xZ261 4xZ261 Zeeffilterklep voor de montage in de wa- tertoevoerleiding Montagerek basis * 1xMR-B 2xMR-B 3xMR-B 4xMR-B Montagerek voor de Condair RS. Montagerek uitbreiding * 1xMR-E 2xMR-E 3xMR-E 4xMR-E Hoogteverlengingsprofielen voor het mon- tagerek. Montagerek uitlijningsprofielen * 1xMR-A 2xMR-A...
3.4.2 Gedetailleerde informatie over accessoires 3.4.2.1 Stoomverdeelbuis DV81-... De keuze van de stoomverdeelbuis DV81-… is afhankelijk van de kanaalbreedte "B" (voor horizontale inbouw) resp. de kanaalhoogte "H" (voor verticale inbouw) en de capaciteit van de stoomluchtbe- vochtiger. Belangrijk! Kies altijd een zo lang mogelijke stoomverdeelbuis (m.h.o. de optimalisering van de bevochtigingsafstand).
3.4.2.2 Stoomverdeelsysteem OptiSorp Het stoomverdeelsysteem OptiSorp wordt toegepast in ventilatiekanalen met een korte bevochtigings- afstand (zie Hoofdstuk 5.4.2 voor de berekening van de bevochtigingsafstand). Geef bij de bestelling de afmetingen van het kanaal op. Let daarop op het volgende: Systeem 1 Systeem 2 Systeem 3 Systeem 4...
3.4.2.3 Ventilatieapparaat De ventilatieapparaten worden in combinatie met de stoomluchtbevochtiger Condair RS gebruikt om ruimten rechtstreeks te bevochtigen. Ze kunnen naar keuze direct op de stoomluchtbevochtiger worden bevestigd of apart op de wand boven de stoomluchtbevochtiger worden gemonteerd. Opmerking: Nadere informatie over het ventilatieapparaat vindt u in de afzonderlijke montagehandleiding en gebruiksaanwijzing voor dit product.
– Controleer aan de hand van de pakbon of alle onderdelen geleverd zijn. Ontbrekende onderdelen moeten binnen 48 uur aan uw Condair-vertegenwoordiger worden gemeld. Condair AG is niet verantwoordelijk voor ontbrekend materiaal buiten deze periode. De levering bestaat standaard uit: –...
Opslag en vervoer Opslag De Condair RS moet in de originele verpakking op een beschermde plaats onder de volgende omstan- digheden worden opgeslagen: – Ruimtetemperatuur: 5 ... 40 °C – Ruimteluchtvochtigheid: 10 ... 75% RV Vervoer Vervoer het apparaat en onderdelen indien mogelijk altijd in de originele verpakking en gebruik daarvoor geschikte vervoermiddelen en geschikte hefwerktuigen.
Het aanraken van stroomvoerende onderdelen kan tot ernstig letsel of de dood leiden. Houd u daarom aan de volgende instructie: Sluit de Condair RS pas aan op het elektriciteitsnet, als alle montagewerkzaamheden voltooid zijn, alle installaties op een correcte uitvoering zijn gecontroleerd en het apparaat weer correct gesloten en vergrendeld is.
Installatieoverzichten Typische installatie voor kanaalbevochtiging Vochtigheidssensor of vochtigheidsre- gelaar l o f t a k e o b s n d e Kanaal voor o l g e . 3 m e t v m i n n d i luchtafvoer t o t h Vochtigheidsschakelaar...
Pagina 26
Typische installatie voor directe ruimtebevochtiging Ventilatieapparaat (afzonderlijk boven de stoomluchtbevochtiger gemonteerd) Stoomleiding – zo kort mogelijk (max. lengte 4 m) – voldoende helling/verval min.15% (8,5°) – Geen vernauwingen – Waterafvoer op het diepste punt – Slang of vaste leiding Condensaatleiding DS80 –...
Apparaatmontage 5.3.1 Instructies voor de plaatsing van het apparaat bijv. RS 60 2x "M" * aanbevolen: 250 mm l e B . 5 0 l e A m i n bijv. RS 120 3x "M" . 5 0 m i n s i o t e n l e A...
Pagina 28
De plaatsing van de Condair RS is in hoge mate afhankelijk van de plaats waar de stoomverdeler wordt gemonteerd (zie Hoofdstuk 5.4.2). Om de juiste werking van de stoomluchtbevochtiger te waarborgen en een optimale efficiëntie te bereiken, moeten de volgende punten in acht worden genomen voor de plaatsing van de stoomluchtbevochtiger: –...
5.3.2 Apparaat monteren 5.3.2.1 Standaardmontage Overzicht standaardmontage stand-aloneapparaten klein en middelgroot formaat Maat Apparaatgrootte RS 5...10 ("S") RS 16...40 ("M") "a" in mm 54,0 54,0 "b" in mm 446,0 556,0 "c" in mm 80,2 88,6 "d" in mm 304,8 406,4 Gewichten Apparaatgrootte RS 5...10 ("S")
Pagina 30
Overzicht standaardmontage stand-aloneapparaten groot formaat Maat Apparaatgrootte RS 50...80 ("L") "a" in mm 164,0 "b" in mm 426,0 "c" in mm 117,2 "d" in mm 406,4 Gewichten Apparaatgrootte RS 50...80 ("L") Nettogewicht in kg 81,0 Gewicht tijdens werking in kg 132,0 Afb.
Pagina 31
Procedure standaardmontage 1. Teken de bevestigingspunten "A" en "B" af op de gewenste plaats met een luchtbelwaterpas en boor gaten met een diameter van 10 mm en een diepte van 50 mm. 2. Plaats de meegeleverde pluggen en schroef per plug een schroef tot op 5 mm afstand tussen de kop van de schroef en de muur in de bevestigingsgaten "A".
5.3.2.2 Montage met wandrek (optie) Overzicht montage van stand-aloneapparaten klein en middelgroot formaat met wandrek Maat Apparaatgrootte RS 5...10 ("S") RS 16...40 ("M") "a" in mm 193,5 193,5 "b" in mm 304,8 406,4 "c" in mm 57,6 61,8 Gewichten Apparaatgrootte RS 5...10 ("S") RS 16...40 ("M") Nettogewicht in kg...
Pagina 33
Overzicht montage van stand-aloneapparaten groot formaat met wandrek Maat Apparaatgrootte RS 50...80 ("L") "a" in mm 263,5 "b" in mm 406,4 "c" in mm 117,2 Gewichten Apparaatgrootte RS 50...80 ("L") Nettogewicht in kg 81,0 Gewicht tijdens werking in kg 132,0 Afb.
Procedure 1. Teken de bevestigingspunten "A" voor het wandrek af op de gewenste plaats met een luchtbelwa- terpas en boor gaten met een diameter van 10 mm en een diepte van 50 mm. 2. Plaats de meegeleverde pluggen en bevestig het wandrek met de meegeleverde schroeven. Lijn het wandrek met een luchtbelwaterpas horizontaal uit alvorens de schroeven aan te draaien.
Stoominstallatie 5.4.1 Overzicht stoominstallatie l o f t a k e o b s n d e o l g e . 3 m e t v m i n n d i t o t h e k e o n b n d B f s t a...
Pagina 36
Ventilatieapparaat (afzonderlijk boven de stoomluchtbevochtiger gemonteerd) Stoomleiding – zo kort mogelijk (max. lengte 4 m) – voldoende helling/verval min.15% (8,5°) – Geen vernauwingen – Waterafvoer op het diepste punt Condensaatleiding – Slang of vaste leiding – Min. verval 15% (8,5°) DS80 –...
De in de tabel vermelde richtwaar- den hebben betrekking op een toevoerluchttemperatuurbereik van 15 °C tot 30 °C (neem bij waarden buiten dit bereik contact op met uw Condair-vertegenwoordiger). De vetgedrukte waarden gelden voor stoomverdeelbuizen DV81-..., de waarden tussen haakjes voor het stoomverdeelsysteem OptiSorp.
Pagina 38
Opmerking: Als de bevochtigingsafstand om installatietechnische redenen verkort worden, moet de stoom- hoeveelheid per apparaat over meerdere stoomverdeelbuizen worden verdeeld of moet het stoomver- deelsysteem OptiSorp worden gebruikt. Neem in dat geval contact op met uw Condair-vertegenwoordiger. In acht te nemen minimale afstanden...
Pagina 39
voor luchtrooster voor vochtigheidsregelaar/vochtigheidssensor voor/na verwarmingsregister/filter " ) ( 1 . 1 . 5 2,5 x B voor zweefstoffilter voor/na ventilator/zone-uitgang " ) ( 1 . Montage- en installatiewerkzaamheden...
Pagina 40
Montage-instructies De stoomverdeelbuizen zijn ontworpen voor horizontale (aan de kanaalwand) of met accessoires voor de verticale montage (in de kanaalbodem). De uitblaasopeningen moeten altijd naar boven of in de tegengestelde richting van de luchtstroom wijzen. Indien mogelijk moeten de stoomverdeelbuizen altijd aan de drukzijde (max. kanaaldruk 1500 Pa) van het kanaal worden gemonteerd.
Pagina 41
1 / 4 1 / 4 gm i 1 / 4 gm i 1 / 4 2 / 5 2 / 5 1 / 5 1 / 5 1 / 5 1 / 5 1 / 5 1 / 5 H min.
– Het is niet toegestaan om de stoomverdeelbuizen in kanalen met een ronde diameter te monteren. Bij vragen over de plaatsing van ventilatiekanalen in verband met de stoomluchtbevochtiger Condair RS kunt u contact opnemen met uw Condair-vertegenwoordiger. 5.4.3 Montage van de stoomverdeler Gedetailleerde informatie over de montage van stoomverdeelbuis DV81-...
BP naast de inachtneming van de minimale afstanden ook rekening worden gehouden met andere factoren (grootte van de ruimte, hoogte van de ruimte, enz.). Neem bij vragen over directe ruimtebevochtiging contact op met uw Condair-vertegenwoordiger. Nadere informatie vindt u in de afzonderlijke montagehandleiding en gebruiksaanwijzing voor ventila- tieapparaat BP.
– Gebruik voor de stoomleiding uitsluitend de originele stoom- en condensaatslangen van uw Condair-partner of vaste leidingen van koper of roestvrij staal (min. DIN 1.4301). Stoom- en condensaatleidingen die bestaan uit andere materialen kunnen onder bepaalde omstandigheden tot bedrijfsstoringen leiden.
Installatievoorbeelden Accessoires: VS-DV81 Ømin. 200 mm Ømin. 200 mm Afb. 17: Stoomverdeelbuis is op meer dan 500 mm boven de bovenkant van het apparaat gemonteerd Montage- en installatiewerkzaamheden...
Pagina 46
Voor voldoende koeling zorgen conform plaatselijke voorschriften Obstakel Voor voldoende koeling zorgen conform plaatselijke voorschriften Op het diepste punt condensaatafvoer (zonder afname van de diameter) monteren Afb. 18: Stoomverdeelbuis is op minder dan 500 mm boven of onder de bovenkant van het apparaat gemonteerd Montage- en installatiewerkzaamheden...
Pagina 47
Stoomleiding over de gehele lengte isoleren Ømin. 200 mm Afb. 19: Stoomleiding met vaste leidingen en isolatie Montage- en installatiewerkzaamheden...
5.4.6 Fouten bij de plaatsing van de stoom- en condensaatleiding Verkeerd Goed Slang is voor de eerste bocht minder dan 300 mm loodrecht Voer de slang voor de eerste bocht ten minste 300 mm naar boven gevoerd (condensaatvorming). loodrecht naar boven. Minimale buigstraal van de stoomslang/stoomleiding niet in Neem de minimale buigstraal van 300 mm (bij stoomslangen) acht genomen (condensaatvorming).
5.4.7 Controle van de stoominstallatie Controleer de stoominstallatie op juistheid aan de hand van de volgende checklist: – Stoomverdeler Stoomverdeler (stoomverdeelbuis of OptiSorp-systeem) correct geplaatst en bevestigd? Staan de uitblaasopeningen van de stoomverdeler in een rechte hoek ten opzichte van de stroomrichting bij horizontale montage of in een hoek van 45°...
Opmerkingen: In het watertoevoersysteem mogen zich geen drukstoten voordoen. Voor aansluitdruk- ken > 10 bar moet de aansluiting via een drukreduceerklep (ingesteld op 2,0 bar) worden gerealiseerd. Neem bij aansluitdrukken van < 1,0 bar resp. < 2 bar contact op met uw Condair-vertegenwoordiger. –...
5.5.3 Controle van de waterinstallatie Controleer de volgende punten: – Watertoevoer Zijn in de watertoevoerleiding naar het apparaat resp. naar de afzonderlijke modules een zeef- filterklep resp. een afsluitklep en een waterfilter van 5 µm gemonteerd? Is de toegestane waterdruk (zonder afvoerwaterkoeling: 1 – 10 bar, met afvoerwaterkoeling: 2 –...
Opmerkingen over bevochtigingsregelsystemen/bevochtigingsregeling 5.6.1 Systeem 1 – ruimtebevochtigingsregeling Systeem 1 is geschikt voor directe ruimtebevochtiging en voor luchtbehandelingsinstallaties met voornamelijk circulatielucht. De vochtvoeler resp. hygrostaat wordt bij voorkeur in het afvoerluchtkanaal of direct in de ruimte gemonteerd. Vochtvoeler Ventilatorvergrendeling Stromingsschakelaar Maximaalhygrostaat Hygrostaat Continuregelaar extern (bijv.
Systeem 3 – toevoerluchtbevochtigingsregeling — Systeem 3 Directe ruimtebevochtiging Systeem 1 — Neem in de volgende gevallen contact op met uw Condair-vertegenwoordiger: – Bevochtiging van kleinere ruimten tot 200 m – Luchtbehandelinginstallaties met grote luchtverversingshoeveelheden – Installaties met een variabele luchtvolumestroom –...
Het aanraken van stroomvoerende onderdelen kan tot ernstig letsel of de dood leiden. Houd u daarom aan de volgende instructie: Sluit de Condair RS pas aan op het elektriciteitsnet, als alle montagewerkzaamheden voltooid zijn, alle installaties op een correcte uitvoering zijn gecontroleerd en het apparaat weer correct gesloten en vergrendeld is.
Kabelbrug, als er geen bewakingsapparaten op SC1 en SC2 aangesloten zijn Jumper voor de inschakeling van de afsluitweerstand voor het Modbus-netwerk (jumper moet worden geplaatst als de Condair RS het laatste apparaat in het Modbus-netwerk is) Jumper voor de inschakeling van Modbus- of BACnet MSTP-communicatie via RS485-interface (J6). Als de...
Voedingskabel voor aansluiting van module A op module B - 1,65 m (inbegrepen) Datakabel voor aansluiting van module A op module B - 1,65 m (inbegrepen) Afb. 28: Elektrisch schema Condair RS 40...80 - dubbele apparaten 2x "M" Montage- en installatiewerkzaamheden...
24V GND L N SC1SC2PEPE L1 N PE 230 V/1~/50..60 Hz 400-415 V/3~/50..60 Hz 400-415 V/3~/50..60 Hz Optie TR (3Ph) Optie CVI (3Ph+N) Afb. 29: Elektrisch schema Condair RS 100...160 - Linkup-systemen 3x "M" of 4x "M" Montage- en installatiewerkzaamheden...
Pagina 61
Jumper voor de inschakeling van Modbus- of BACnet MSTP-communicatie via RS485-interface (J6). Als de jumper niet geplaatst is, wordt niet via RS485-interface gecommuniceerd Eindweerstand Linkup-systeem (jumper moet worden geplaatst als de Condair EL het eerste of laatste apparaat in het Linkup-systeem is)
5.7.6 Aansluitwerkzaamheden externe aansluitingen Aansluiting externe veiligheidsketting De potentiaalvrije contacten van externe bewakingsap- MAINS SUPPLY paraten (bijv. ventilatievergrendeling B1, veiligheids- L N SC1SC2PEPE hygrostaat B2, stromingsschakelaar B3, enz.) worden volgens het schema in serie (veiligheidsketting K2) op de klemmen "SC1" en "SC2" op de driverkaart aan- Besturingskast gesloten.
Pagina 63
Ohmse vochtigheidsregelaar (passief) De signaalkabel van een ohmse vochtigheidsregelaar (140 Ω...10 kΩ) wordt conform het schema aangesloten op de contacten "V+", "IN" en "GND" op de driverkaart in de besturingskast. CONTROL De aansluitkabel moet via een geschroefde kabelver- V+ IN GND binding de besturingskast in worden gevoerd.
Pagina 64
Besturingskast ingeschakeld als het ingestelde onderhoudsinterval verlopen is of als er een waarschuwing actief is. – "Steam": Dit relais wordt gesloten, zodra de Condair RS begint met bevochtigen. – "Unit on": Dit relais wordt gesloten, zodra de voedingsspanning naar de stoomluchtbevochtiger ingeschakeld wordt.
Pagina 65
Aansluiting stuurspanning Opmerking: Als de Condair RS is uitgerust met de optie "CVI" of "TR", is een afzonderlijke stuurspan- ningsvoorziening overbodig. De stuurspanningsvoorziening (L1, N, PE) wordt con- MAINS SUPPLY form het schema aangesloten op de overeenkomstige L N SC1SC2 PEPE klemmen op de driverkaart.
Pagina 66
Aansluiting verwarmingsspanning De verwarmingsspanningsvoorziening (L1, L2, L3 en PE of L1, N en PE) wordt conform het schema aangesloten op de overeenkomstige klemmen op de hoofdschakelaar. De aarde-PE wordt op de aardingsklem naast de hoofdscha- L1 L2 kelaar aangesloten. De aansluitkabel moet verplicht door de klemhouder in de besturingskast worden gevoerd.
Pagina 67
Aansluiting van verwarmingsspanning via optie TR (voor systeem met 3-fasige enkelvoudige spanning) De verwarmingsspanningsvoorziening (L1, L2, L3 en PE) wordt conform het schema aangesloten op de overeen- komstige klemmen van de optie TR. De aansluitkabel moet verplicht door de klemhouder in de besturingskast L1 L2 MAINS SUPPLY worden gevoerd.
Pagina 68
Aansluiting verwarmingsspanning via optie CVI (voor systeem met 3-fasige enkelvoudige spanning/nuldraad) De verwarmingsspanningsvoorziening (L1, L2, L3, N en PE) wordt conform het schema aangesloten op de overeenkomstige klemmen van de optie CVI. De aansluitkabel moet verplicht door de klemhouder in de L1 L2 MAINS SUPPLY besturingskast worden gevoerd.
5.7.8 Controle van de elektrische installatie Controleer de volgende punten: Komen de voedingsspanningen voor de verwarmings- en stuurspanning overeen met de specificaties in het elektrische schema? Zijn de voedingsspanningen (verwarmings- en stuurspanning) van de correcte zekeringen voorzien? Zijn in de voedingsleidingen van de verwarmings- en stuurspanningsvoorzieningen de onderhouds- schakelaars "Q.."...