40
Algemene installatie instructies
Volgende installatie instructies moeten worden nageleefd:
– Rookgas specificaties: ---> zie de table in hoofdstuk 10.2
– Tijdens normaal gebruik en als het onderhoudsschema wordt uitgevoerd ligt de rookgastempera-
tuur tussen 160 - 180 °C. Als de unit niet goed wordt onderhouden kan de rookgastemperatuur
oplopen. In dat geval schakelt de temperatuurschakelaar om veiligheidsredenen de unit uit als
de temperatuur boven 200 °C komt.
– Uitsluitend geteste en voor rookgassystemen toegelaten roestvrije installatie- en dichtingmateriaal
gebruiken.
– Alle verbindingen van de rookgaspijp moeten worden afgedicht met RTV-siliconen die ten minste
bestand zijn tegen 250 °C.
– Een gepaste leiding kiezen voor de afvoer van rookgassen uit het gebouw.
Let op! Pas alleen een VR dakdoorvoer toe.
– De minimale binnendiameter van de rookgasafvoer moet over de gehele leidinglengte worden
aangehouden.
– GS 40:
– GS 80:
– GS 120/GS 160:
– GS 200/GS 240:
– Horizontale leidingstukken moeten een minimale stijging van 21 mm/m hebben en minstens om
de 1,5 m bijkomend ondersteund worden net zoals bij buisbochten.
– Rookgasafvoeren met een lengte van meer dan 7 m moeten worden geïsoleerd.
– Als de rookgasafvoer door aangrenzende ruimten loopt, dan moet de leiding in deze ruimten van
een F90-isolatie voorzien worden.
– Let op! Op plaatsen waar de rookgasafvoer door personen kan worden aangeraakt of daar waar
warmtegevoelige producten opgeslagen zijn, moet de leiding door middel van een vuurvaste wand
of een andere afscheiding (op een minimumafstand van 50 mm van de rookgaspijp) afgeschermd
worden.
– De rookgasafvoer beveiligen tegen het schuiven in de rookgasafvoer van de bevochtiger (zie
detail op de overzichtstekening).
– In de rookgasafvoer van de GS stoomluchtbevochtiger moet een condensaatafvoer opgenomen
worden (zie overzicht). De sifon van de afvoer moet een minimum waterkolom van 300 mm heb-
ben, zodat er geen rookgassen via de afvoer ontsnappen kunnen.
Belangrijk! Voordat u de bevochtiger in werking stelt, moet de sifon in de condensafvoer met
water gevuld zijn en het condensafvoer moet volgens de lokale voorschriften voor sanitaire in-
stallaties uitgevoerd zijn.
Rookgasafvoer met overdruk
Bij rookgasafvoer met overdruk bedraagt de maximaal toelaatbare lengte voor de rookgasafvoer
(bij dezelfde doorlaat als de aansluiting op de Condair GS) 30 equivalente meters voor de open
uitvoering en 21 equivalente meters voor de gesloten uitvoering (Model RS). Iedere in de rook-
gasafvoer ingebouwde 90°-bocht komt daarbij overeen met een lengte van 3 m en iedere 45°-bocht
met een lengte van 1,5 m. In de rookgasafvoer mogen niet meer dan 3 bochten ingebouwd worden.
De maximale bevochtigingscapaciteit is uitsluitend gewaarborgd bij het aanhouden van de maximale
leidinglengte van 30 resp. 21 equivalente meters. Voor rookgasafvoerleidingen langer dan 30 m resp.
21 m, neem contact op met Condair BV.
ø76 mm (3")
ø101 mm (4")
ø127 mm (5")
ø152 mm (6")