4.2
Keuze van de regeling
De verschillende regelsystemen
– Systeem 1: regeling van de relatieve vochtigheid in de ruimte
Systeem 1 is voor zowel directe ruimtebevochtiging, als voor luchtbehandelingsinstallaties met
voornamelijk circulatielucht geschikt. De vochtvoeler wordt bij voorkeur in het retourkanaal of
direct in de ruimte gemonteerd.
A1
vochtvoeler
B1
ventilatorvergrendeling
B2
windvaanschakelaar
B3
maximaal hygrostaat
PI
externe modulerende regelaar (bijv. PI-regelaar)
E
PID
interne modulerende regelaar (PID-regelaar)
I
Y
ingangssignaal van A1
– Systeem 2: regeling van de relatieve vochtigheid met begrenzing van het vochtgehalte in
de toegevoerde lucht
Systeem 2 is geschikt voor airconditioninginstallaties met een groter buitenluchtaandeel bij een
lage temperatuur van de toegevoerde lucht, bij nabevochtiging, of bij een variabel luchtstroomvo-
lume. Wanneer de vochtigheid van de toegevoerde lucht de voorgeschreven waarde overschrijdt,
heeft de continubegrenzing prioriteit boven de regeling van de luchtvochtigheid van de ruimte.
De vochtvoeler (A1) wordt bij voorkeur in het retourkanaal of direct in de ruimte gemonteerd. De vocht-
voeler (A2) t.b.v. de begrenzing van de vochtigheid van de toege voerde lucht wordt achter de
stoomverdeelpijp in het luchtkanaal aangebracht. Voor deze vorm van regeling is een externe
modulerende regelaar met een aansluiting voor een tweede vochtvoeler nodig.
Let op! De begrenzing van de vochtigheid van de toegevoerde lucht is geen vervanging voor de
maximaal hygrostaat.
A1/2 vochtvoeler
B1
ventilatorvergrendeling
B2
windvaanschakelaar
B3
maximaal hygrostaat
PI
externe modulerende regelaar (bijv. PI-regelaar)
E
PID
interne modulerende regelaar (PID-regelaar)
I
Y
ingangssignaal van A1
Z
ingangssignaal van A2
15