Waterafvoer
De afvoerleiding is met een stuk slang op de afvoeraansluiting van het toestel te bevestigen. Aan-
sluitend moet u de afvoerleiding min. 50 cm loodrecht naar beneden in een open afvoertrechter
(min. hoogte 15 cm) leiden. Aansluitend wordt de afvoerleiding via een sifon met de riolering van
het gebouw verbonden. De minimale binnendiameter van 45 mm moet over de volledige lengte be-
houden blijven. Let erop dat de afvoerleiding ter controle en reiniging goed toegankelijk en correct
bevestigd is. Men dient rekening te houden met de volgende aansluitgegevens:
– Aansluiting op het apparaat (slangaansluiting): 3/4" (Ø19 mm)
LET OP!
Gebruik hittebestendige montagematerialen!
Bij gebruik van gedemineraliseerd water mag u enkel aansluitonderdelen van roest vrij staal
(min. DIN 1.4301) of van chemisch bestendig kunststof (bv. polypropyleen) gebruiken.
– Afvoercapaciteit: 20 l/min
– Min. binnen-Ø van de afvoerleiding: 45 mm
– Min. afschot naar sifon: 10 %
Opmerking: De afvoerleiding mag niet naar boven weggeleid worden, omdat zich anders afzet-
tingen op het diepste punt vormen en de afvoer verstopt kan raken.
33