Er moet water stromen uit de koppeling
(koelcircuit magneto) en de slang (carter
warmtewisselaar). Druk de slang tegen het
ruim om water af te voeren.
2
1
F17E0BY
TYPISCH
1. Koppeling
2. Slang
LET OP: Het water moet vrij kunnen
weglopen uit de warmtewisselaar. Water
dat in de motor bevriest veroorzaakt
ernstige schade.
Sluit de slang na afloop weer aan.
Alle modellen
Laat de slang naar beneden en druk ze tegen
het ruim om water af te voeren.
Sluit de slang na afloop weer aan.
Spoelen/reparatie van de
carrosserie
Was de carrosserie met zeepsop (gebruik
enkel milde reinigingsproducten). Spoel
g r o n d i g m e t z o e t w a t e r. Ve r w i j d e r
zeeorganismen van de romp.
L E T
O P :
R e i n i g
kunststofonderdelen nooit met krachtige
s c h o o n m a a k m i d d e l e n , o n t v e t t e r s ,
verfverdunner, aceton e.d.
Doe voor kleine gelcoat-reparaties een
beroep op een erkend Sea-Doo dealer.
Vervang beschadigde labels/plaatjes.
82
g l a s v e z e l -
o f
Aandrijfsysteem
Laat het smeermiddel in het jetpomp-
reservoir af en maak het reservoir schoon.
Doe hiervoor een beroep op een erkend Sea-
Doo dealer.
S m e e r
d e
s m e e r p u n t e n
aandrijfsysteem volgens de aanwijzingen in
het hoofdstuk ONDERHOUD.
Brandstofsysteem
Sea-Doo brandstofstabilisator (of een
g e l i j k w a a r d i g m i d d e l ) k a n a a n d e
brandstoftank worden toegevoegd om
kw alite itsve rlie s va n de bra nd stof en
gomvorming in de carburateur te voorkomen.
Volg de instructies van de fabrikant voor het
juiste gebruik.
LET OP: Brandstofstabilisator moet
worden toegevoegd voor de smering van
de motor, om een goede bescherming van
de onderdelen van het brandstofsysteem
tegen aanslag te garanderen.
WAARSCHUWING
Stop de motor altijd voor u tankt. Brandstof
is ontvlambaar en explosief in bepaalde
omstandigheden. Werk altijd in een goed
verluchte ruimte. Rook niet en blijf uit de
bu urt van o pen vuu r o f vonken. De
brandstoftank kan onder druk staan; draai
de dop langzaam open. Controleer het
brandstofpeil nooit met behulp van een
open vlam. Het vaartuig moet horizontaal
s t a a n t i j d e n s h e t t a n k e n . V u l d e
brandstoftank niet te ver wanneer het
vaartuig in de zon ligt. Naarmate de
temperatuur stijgt, zet de brandstof uit en
kan uw tank overlopen. Wis op het vaartuig
gemorste brandstof onmiddellijk weg.
C o n t r o l e e r h e t b r a n d s t o f s y s t e e m
regelmatig. Schakel de brandstofklep
(indien geïnstalleerd) altijd UIT wanneer u
het vaartuig niet gebruikt.
Spoeling koelsysteem en inwendige
smering motor
Vo l g d e w e r k w i j z e i n h e t h o o f d s t u k
ONDERHOUD NA GEBRUIK.
v a n
h e t