Tachometer: Deze duidt het aantal toeren
per minuut (RPM - tpm) van de motor aan.
Snelheidsmeter: Deze duidt de snelheid van
het vaartuig aan in kilometer per uur (KPH) en
mijl per uur (MPH).
Gemiddelde snelheid: Het informatiecen-
trum berekent en toont de gemiddelde snel-
heid bij benadering (AV KPH of AV MPH) van
het vaartuig sinds de laatste motorstart.
Tripmeter: Het informatiecentrum berekent
bij benadering de afstand op basis van de
vaartijd en de snelheid van het vaartuig en
geeft het resultaat weer in kilometer (KM) of
mijl (MILES).
Tijdmeter: Duidt de gebruiksduur van het
vaartuig aan in uur.
Watertemperatuur: Duidt de watertempera-
tuur van het wateroppervlak (L TEMP) aan in
graden Celsius (°C) of Fahrenheit (°F).
Buitentemperatuur (indien geïnstalleerd):
Duidt de temperatuur van de buitenlucht (E
TEMP) aan in graden Celsius (°C) of
Fahrenheit (°F).
Chronometer: Laat u toe om een tijdsinterval
te meten in uren en minuten (hh:mm).
Meldingsdisplay
H e t
i n f o r m a t i e c e n t r u m
weergaveveld waarin een melding gaat
knipperen, als een van de volgende situaties
optreedt:
•
kompasfout (KOMPAS) (indien
geïnstalleerd)
•
onderhoud (MAINT)
•
oververhitting van de motor (H-TEMP)
•
te laag brandstofpeil (FUEL-LO)
•
te laag oliepeil (OIL LOW)
•
te lage spanning (12 V LOW).
Er weerklinkt een zoemer wanneer een van
de vier laatste toestanden optreedt.
Behalve voor een laag brandstof- of oliepeil,
dat gewoon kan worden aangevuld, verdient
het aanbeveling een erkend Sea-Doo dealer
te raadplegen wanneer een van de andere
meldingen verschijnt.
Het waarschuwings lampje zal tegelijk
knipperen.
Waarschuwingslampje
De rode waarschuwings-LED (lichtdiode)
knippert samen met de melding om uw
aandacht te trekken.
Brandstofpeilaanduiding
Een indicatiebalk duidt doorlopend de
hoeveelheid brandstof in de brandstoftank
aan terwijl het vaartuig vaart. Een te laag
brandstofpeil wordt eveneens aangeduid. Zie
MELDINGSWEERGAVE hieronder.
Weergaveprioriteiten
Bij wijze van zelftest worden alle delen van
het LCD-scherm en de LED gedurende
3 seconden actief, telkens wanneer het
in fo rm a t i e c e n t ru m w o r dt g e a c ti v e e rd
(w a n n e e r h e t v e i l ig h e id sko o r d w o r dt
geïnstalleerd).
Wanneer het informatiecentrum wordt
geactiveerd, wordt de laatst ingestelde
f u n c t i e w e e r g e g e v e n , i n d i e n d i t d e
tachometer, snelheidsmeter of chronometer
was. Als er een andere functie actief was,
verschijnt het kompas. Bij modellen zonder
k o m p a s f u n c t i e v e r s c h i j n t h e t w o o r d
"SeaDoo".
b e v a t
e e n
In geval van een waarschuwingsmelding zal
d e
eenhedenweergave opheffen.
Als er meer dan één waarschuwingsmelding
optreedt, zullen de meldingen afwisselend
4 seconden lang verschijnen.
m e l d i n g
k n i p p e r e n
e n
d e
33