Om op elk willekeurig moment te bepalen hoeveel programmaregels (met inbegrip van de regels
met een i00 instructie) op dat moment in het programmageheugen aanwezig zijn en hoeveel
opslagregisters nog beschikbaar zijn voor conversie naar programmageheugen, dient u de
gN (memory) toetsencombinatie te gebruiken. De calculator zal reageren met een scherm,
zoals hier beneden wordt:
In totaal kunnen er 99 instructies opgeslagen worden in het programmageheugen. Dit zou wel de
conversie van 13 opslagregisters vereisen (omdat 99 = 8 + [13 x 7]) met als gevolg dat er dan
nog maar 7 registers – R
0
Bij het schrijven van lange programma's dient u zorgvuldig te werk te gaan om onnodige
programmaregels te vermijden omdat het programmageheugen beperkt is tot 99 regels. Eén
manier om economisch om te springen met het programmageheugen is om getallen bestaande uit
meer dan één cijfer – zoals het getal 25 op regels 02 en 03 in het hierboven geschreven
programma - te vervangen door een : instructie en het betreffende getal op te slaan in het
aangegeven register voordat het programma wordt uitgevoerd. In dit geval zou dit één
programmaregel besparen, omdat de : instructie slechts één regel beslaat in tegenstelling tot
de twee regels die ingenomen worden door het getal 25. Natuurlijk betekent dit dat u
opslagregisters gebruikt die u misschien wilt besparen voor de opslag van andere data. Zoals in
zovele financiële en zakelijke beslissingen, dient er een compromis gesloten te worden. Hier is
dat tussen de programmaregels en de opslagregisters.
De calculator op een bepaalde programmaregel plaatsen
Er zullen momenten komen waarop u de calculator onmiddellijk op een bepaalde
programmaregel wilt plaatsen – indien u bijvoorbeeld een tweede programma wilt invoeren of
indien u een bestaand programma wilt aanpassen. Alhoewel u de calculator naar iedere regel
kunt verplaatsen met behulp van de Ê toets, kunt u dit sneller doen op de volgende manier:
Het intoetsen van gi., met de calculator in programma-invoermodus,
gevolgd door drie cijfers, zal ervoor zorgen dat de calculator rechtstreeks naar de
door de drie cijfers aangeduide programmaregel springt en dit regelnummer en de
daar opgeslagen toetscode op het scherm weergeeft.
Door gi in te drukken, met de calculator in uitvoermodus, gevolgd door twee
cijfers, zal ervoor zorgen dat de calculator rechtstreeks naar de door de twee cijfers
aangeduide regel springt. Omdat de calculator zich niet in de
programma-invoermodus bevindt, zullen het regelnummer en de toetscode niet
worden weergegeven.
Het decimaalteken is overbodig indien de calculator in de uitvoermodus staat maar is zeker
vereist indien de calculator in de programma-invoermodus staat.
Bijvoorbeeld, in de veronderstelling dat de calculator nog steeds in programma-invoermodus staat,
kunt u als volgt naar regel 00 springen:
Hoofdstuk 8: De Basis van het Programmeren
tot en met R
– beschikbaar zouden blijven voor de opslag van data.
6
95