f# voor de degressieve afschrijvingsmethode.
V, Ý en # geven alle drie de afschrijvingswaarde weer op het scherm. Om de
resterende afschrijfbare waarde (boekwaarde minus restwaarde) weer te geven nadat de
afschrijving is berekend, toets ~.
Voorbeeld: Een metaalverwerkende machine is aangeschaft voor €10.000 en zal over 5 jaren
afgeschreven zijn. Haar restwaarde wordt geschat op €500. Bereken de afschrijving en de
resterende afschrijfbare waarde voor de eerste drie levensjaren van de machine aan de hand van
de degressieve afschrijvingsmethode bij tweemaal de lineaire snelheid (200% afname).
Intoetsen
10000$
500M
5n
200¼
1f#
~
2f#
~
3f#
~
Om de afschrijving en de resterende afschrijfbare waarde te berekenen indien de aankoopdatum
niet samenvalt met het begin van het fiscale jaar, verwijzen wij u naar de procedures in
Hoofdstuk 13. Dat gedeelte bevat eveneens een procedure voor de berekening van de
afschrijving als er overgestapt wordt van de degressieve afschrijvingsmethode naar de lineaire
afschrijvingsmethode, alsook een procedure voor het berekenen van versnelde afschrijvingen.
Hoofdstuk 4: Additionele Financiële Functies
Scherm
Voert de nieuwprijs in.
10.000,00
Voert de restwaarde in.
500,00
Voert de verwachte levensduur in.
5,00
Voert de degressieve afschrijvingsfactor
200,00
in.
De afschrijving over het eerste jaar.
4.000,00
De resterende afschrijfbare waarde na
5.500,00
het eerste jaar.
De afschrijving over het tweede jaar.
2.400,00
De resterende afschrijfbare waarde na
3.100,00
het tweede jaar.
De afschrijving over het derde jaar.
1.440,00
De resterende afschrijfbare waarde na
1.660,00
het derde jaar.
69