Programmeertoetsen Index
s Programma/Run. Schakelt tussen programmamodus en uitvoermodus (Run). Zet het
programma automatisch op regel 00 zodra wordt teruggekeerd naar de uitvoermodus
(pagina 88).
N Geheugenoverzicht. Beschrijft de huidige geheugentoewijzing; het aantal regels toegekend
aan programmageheugen en het aantal beschikbare dataregisters. (pagina 95).
Programmamodus
In Programmamodus
worden de
aangeslagen
funktietoetsen
opgeslagen in het
programmageheugen.
Het scherm toont de
programmaregel en
de toetscode (rij en
positie binnen de rij
op het toetsenbord)
van de functietoets.
Actieve Toetsen:
In programmamodus zijn
enkel de volgende
toetsen actief: deze zijn
niet programmeerbaar.
CLEARÎ
Wist het
programmageheugen;
plaatst overal i00
instructies en zorgt er
voor dat de uitvoering
start op regel 00 van het
programmageheugen. Zet
N terug op
P008 r20
(pagina 95).
Uitvoermodus
In Uitvoermodus kunnen funktietoetsen worden
uitgevoerd als onderdeel van een opgeslagen
programma of individueel door ze in te drukken
op het toetsenbord.
Ingedrukt op het
toetsenbord:
CLEARÎ
Zet de calculator
opnieuw in de
uitvoermodus, zodat de
uitvoering begint bij
regel 00 van het
programmageheugen.
Wist het
programmageheugen
niet.
209
Uitgevoerd als een
geprogrammeerde
instructie.