A
, 13, 54, 174
Aanpassen van een programma,
113
Aflossingen, 53–56
Afronden, 71
Afrondingen, 83
Afschrijving, 68
Afschrijvingen, 139–51, 191–92
Afschrijvingen, extra, 151
Afschrijvingen, met overstap, 151
Afschrijvingen, partieel-jaarlijkse,
139–51
Afschrijvingen, som van de jaarlijkse
cijfers methode, 144
Afschrijvingen,degressieve, 142
Afwijkende Periode Berekeningen
(Odd-Periods), 50
afwijkende perioden modus, 36
Amortisatie, 39, 53–56, 188
Annuïteiten, 36
Annuïteiten, uitgestelde, 136–38
APR. Zie Jaarlijkse rentevoet
Asterisk op het scherm, 195
Average. Zie Jaarlijkse rentevoet
B
, 38
, 92
Ballonbetaling, 40
Ballonbetalingen, 42
Batterij, 195–96
Batterij leeg indicator, 16
Batterij, bijna leeg, 12, 16, 195
Batterij, plaatsen, 195–96
BEGIN statusindicator, 38
berekeningen met de opslagregisters,
23
Betaling, 36, 158
Index
Betalingen, aantal, 40
Betalingen, vooruit-, 154, 158
betalingsmodus, 38
C
, 59
, 59, 61, 64
, 17, 19, 33, 59
, 18, 27
C statusindicator, 51
Cijfer invoer, herstellen van fouten in,
76
Cijferinvoer, beëindigen van, 19,
174
Constanten, rekenkundige
bewerkingen met, 74, 179
Contante waarde, 36
Contante waarde, berekenen, 44
Continue geheugen, 70
Continue geheugen, herstarten van,
33, 38, 70, 93
Continue samenstelling / opbouw,
193
D
, 28–31
, 69, 174
, 51, 174
D.MY statusindicator, 29
Dagen, tussen datums, 30
Data opslagregisters, 22–24, 22–24
Datumformaat, 28, 70
Datums, dagen tussen, 30
Datums, toekomst of verleden, 29
Decimaalteken, wijzigen, 17
Decimalen, afronden, 71
Degressieve afschrijvingen, 142
Doorlopend opgerent, 164
Doorlopende rentevoet, 164
212