–
Laad de startaccu dan op door de motor
te starten en deze minstens 15 minuten
lang te laten lopen – de accu wordt beter
opgeladen tijdens het rijden dan bij stil-
stand met een stationair lopende motor.
Gerelateerde informatie
•
Startaccu (p. 363)
Voorbereidingen bij lange reizen
Bij lange reizen is het goed om de volgende
punten te doorlopen:
•
Controleer of de motor naar behoren
functioneert en of het brandstofverbruik
(p. 470) in orde is.
•
Zorg dat er geen sprake is van lekkage
(brandstof, olie of andere vloeistoffen).
•
Controleer alle lampen en de profieldiepte
van de banden.
•
In sommige landen bent u wettelijk ver-
plicht een gevarendriehoek (p. 333) in de
auto te hebben.
Gerelateerde informatie
•
Motorolie - controleren en bijvullen (p.
348)
•
Compact reservewiel* (p. 327)
•
Lamp vervangen (p. 353)
08 Starten en rijden
Winterse ritten
Bij rijden in de winter is het belangrijk om
bepaalde controles uit te voeren, zodat u
zeker weet dat u veilig met de auto kunt rij-
den.
Waar u op moet letten:
Let voor aanvang van de winter in het bijzon-
der op het volgende:
•
De koelvloeistof (p. 465) van de motor
moet ten minste 50 % glycol bevatten. Bij
een dergelijke concentratie is de motor
beschermd tegen stukvriezen tot
ca. –35 °C. Voor optimale bescherming
tegen vorst is het zaak geen verschillende
soorten glycol met elkaar te mengen.
•
Houd de tank altijd goed gevuld om con-
dens in de brandstoftank tegen te gaan.
•
De viscositeit van de motorolie is belang-
rijk. Wanneer u oliesoorten met een
lagere viscositeit (dunnere oliën) gebruikt,
slaat de motor bij koud weer gemakkelij-
ker aan en neemt bovendien het brand-
stofverbruik tijdens de koude start af.
Voor meer informatie over geschikte olie-
soorten, zie Motorolie - ongunstige rijom-
standigheden (p. 462).
BELANGRIJK
Gebruik geen olie met een lage viscosi-
teitsaanduiding bij zware rijomstandighe-
den of warm weer.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
08
303