Park Assist-camera
De Park Assist-camera is een hulpsysteem
dat automatisch geactiveerd wordt bij het
inschakelen van de achteruitversnelling (de
functie is te wijzigen in het instellingenmenu,
zie MY CAR - menu-opties (p. 108)).
De cameraweergave verschijnt op het display
van de middenconsole.
N.B.
Als er een trekhaak met het elektrische
systeem van de auto is geconfigureerd,
wordt de uitsteeklengte van de trekhaak bij
het meten van de parkeerruimte meegere-
kend.
WAARSCHUWING
•
De parkeercamera is een hulpmiddel
en kan nooit in de plaats komen van
de verantwoordelijkheid van de
bestuurder bij het achteruitrijden.
•
Wanneer er obstakels in de dode hoe-
ken van de camera zitten, zal het sys-
teem ze niet kunnen ontdekken.
•
Houd mensen en dieren in de buurt
van de auto daarom in de gaten.
Functie en bediening
Positie CAM-knop.
De camera toont wat er achter de auto is en
of er iets of iemand van de zijkanten opduikt.
De camera beslaat een breed gebied achter
de auto alsook een deel van de bumper en
een eventuele trekhaak.
Voorwerpen op het display lijken mogelijk
over te hellen – dit is volkomen normaal.
N.B.
Voorwerpen op het beeldscherm kunnen
dichter bij de auto zijn dan dat ze op het
scherm lijken te zijn.
Als een andere schermweergave actief is,
neemt de Park Assist-camera het scherm
automatisch over om de cameraweergave te
tonen.
07 Bestuurdersondersteuning
Bij het inschakelen van de achteruitversnel-
ling wordt met behulp van ononderbroken lij-
nen grafisch aangegeven waar de achterwie-
len van de auto uitkomen bij de actuele stuur-
uitslag – dit vereenvoudigt het achteruit inpar-
keren, achteruitrijden in krappe ruimten en
aankoppelen van aanhangers. Ook de buiten-
maten van de auto worden globaal getoond
met twee streepjeslijnen. De hulplijnen kun-
nen in het instellingenmenu worden gedeacti-
veerd.
Als de auto tevens uitgerust is met Park
Assist-sensoren*, illustreren gekleurde velden
op grafische wijze de afstand tot geregi-
streerde obstakels, zie Park Assist* - functie
(p. 253).
De camera wordt ca. 5 seconden na uitscha-
keling van de achteruitversnelling gedeacti-
veerd, of eerder als de rijsnelheid oploopt tot
boven 10 km/h vooruit of 35 km/h achteruit.
Camerapositie bij de openingshandgreep.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
07
}}
257