07 Bestuurdersondersteuning
||
baan van de trekhaak – beide opties kunnen
niet gelijktijdig worden weergegeven.
Gerelateerde informatie
•
Park Assist-camera (p. 257)
•
Park Assist-camera - beperkingen (p.
260)
•
Park Assist* (p. 253)
•
Actieve parkeerhulp (PAP)* (p. 260)
•
MY CAR (p. 106)
07
*
260
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Park Assist-camera - beperkingen
De parkeercamera is een hulpsysteem en
wordt geactiveerd wanneer er in de achteruit
wordt geschakeld.
N.B.
Fietsdragers of andere accessoires die
achter op de auto zijn gemonteerd, kunnen
het zicht van de camera belemmeren.
Waar u op moet letten
Let erop dat ook als het geblokkeerde gebied
er op het scherm relatief klein uitziet, het wer-
kelijke, verborgen gebied dusdanig groot kan
zijn dat obstakels pas worden geregistreerd
wanneer u er bijna bovenop zit.
•
Houd de cameralens vrij van vuil, sneeuw
en ijs.
•
Maak de cameralens regelmatig schoon
met lauw water en autoshampoo – wees
voorzichtig om geen krassen in de lens te
maken.
Gerelateerde informatie
•
Park Assist-camera (p. 257)
•
Park Assist-camera - instellingen (p. 259)
•
Park Assist* (p. 253)
•
Actieve parkeerhulp (PAP)* (p. 260)
Actieve parkeerhulp (PAP)*
De actieve parkeerhulp (PAP – Park Assist
Pilot) helpt u bij het parkeren door eerst te
controleren of het vak groot genoeg is en
daarna het stuurwiel te draaien en de auto in
het vak te parkeren. Het instrumentenpaneel
geeft met symbolen, grafische beelden en
teksten aan, wanneer u iets moet doen.
De Aan/Uit-knop zit op de middenconsole.
N.B.
Als er een trekhaak met het elektrische
systeem van de auto is geconfigureerd,
wordt de uitsteeklengte van de trekhaak bij
het meten van de parkeerruimte meegere-
kend.