Luchtreiniging - IAQS*
Het Interior Air Quality System (IAQS) ontdoet
de binnenkomende lucht van gassen en stof-
deeltjes om zo hinderlijke geurtjes en veront-
reinigingen in de passagiersruimte te beper-
ken.
Bij een verontreinigde buitenlucht wordt de
luchtinlaat afgesloten om koolwaterstoffen,
stikstofoxiden en laaghangend ozon buiten
de auto te houden. De lucht in de passagiers-
ruimte wordt dan gerecirculeerd.
Activeer/deactiveer de functie in het menu-
systeem MY CAR onder
Instellingen
Klimaatinstellingen
Luchtkwaliteitssysteem.
N.B.
Voor de beste lucht in het interieur moet
de luchtkwaliteitssensor altijd zijn inge-
schakeld.
In een koud klimaat is de automatische
recirculatie beperkt om het beslaan van de
ruiten te voorkomen.
Gerelateerde informatie
•
Algemene informatie over de klimaatrege-
ling (p. 128)
•
Luchtreiniging (p. 129)
•
Luchtreiniging - Clean Zone Interior Pac-
kage (CZIP)* (p. 130)
Luchtreiniging - materiaal
De gebruikte materialen zijn erop geselec-
teerd de hoeveelheid stof in de passagiers-
ruimte te beperken, zodat de passagiers-
ruimte gemakkelijker schoon te houden is.
De vloerbekleding in zowel de passagiers-
ruimte als de bagageruimte zijn eenvoudig te
verwijderen en schoon te maken. Gebruik de
door Volvo geadviseerde schoonmaakmidde-
len en autoverzorgingsproducten voor het rei-
nigen van het interieur (p. 380).
Gerelateerde informatie
•
Luchtreiniging (p. 129)
04 Klimaat
Menu-instellingen - klimaat
Het is mogelijk de basisinstellingen voor vier
van de klimaatregelingsfuncties te activeren/
deactiveren of wijzigen via de middenconsole.
•
Ventilatorstand bij automatische klimaat-
regeling (p. 138)*.
•
Recirculatietimer (p. 140).
•
Automatische achterruitverwarming (p.
100).
•
Interior Air Quality System (p. 131)*.
Er staat meer informatie in de beschrijving
van het menusysteem (p. 106).
De basisinstellingen voor de klimaatregelings-
functies zijn te herstellen via het menusys-
teem MY CAR en wel onder:
Klimaatinstellingen
Klimaatinstellingen
resetten.
Gerelateerde informatie
•
Algemene informatie over de klimaatrege-
ling (p. 128)
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
04
Instellingen
131