Rijbaanassistent - bediening
De rijbaanassistent wordt in verschillende
situaties gecompleteerd met duidelijke grafi-
sche voorstellingen. Hier volgen enkele voor-
beelden:
N.B.
Het LKA staat uit zolang u de richtingaan-
wijzerhendel bedient.
LKA 'ziet' en volgt de zijlijnen (rood gemarkeerd
op de figuur).
Wanneer de Rijbaanassistent actief is en de
zijlijnen detecteert/'ziet', heeft het LKA-sym-
bool WITTE lijnen.
•
GRIJZE zijlijn - de Rijbaanassistent ziet
geen lijn aan deze kant van de auto.
LKA grijpt in aan de rechterkant (rood gemar-
keerd op de figuur).
De Rijbaanassistent grijpt in en stuurt van de
zijlijn af – wordt aangeduid met:
•
RODE lijn voor de desbetreffende kant.
Gerelateerde informatie
•
Rijbaanassistent* (p. 247)
•
Driver Alert System* (p. 243)
•
Rijbaanassistent - beperkingen (p. 249)
•
Rijbaanassistent - functie (p. 247)
•
Rijbaanassistent - symbolen en meldin-
gen (p. 251)
07 Bestuurdersondersteuning
Rijbaanassistent - beperkingen
•
De camerasensor van de rijbaanassistent
heeft beperkingen, net als het menselijk
oog. Voor meer informatie, zie Collision
Warning* - beperkingen van de camera-
sensor (p. 239) en (p. 237).
N.B.
In bepaalde omstandigheden heeft het
LKA moeite om u goed te helpen – geadvi-
seerd wordt om het LKA dan uit te schake-
len.
Voorbeelden van dergelijke omstandighe-
den zijn:
•
wegwerkzaamheden
•
winterse wegen
•
slecht wegdek
•
extreem sportieve rijstijl
•
slecht weer in combinatie met een
beperkt zicht.
De handen op het stuurwiel
Een voorwaarde voor het functioneren van de
rijbaanassistent is dat u uw handen op het
stuurwiel houdt. LKA controleert dit voortdu-
rend. Als dit niet het geval is, wordt u met een
tekstmelding aangespoord om de auto actief
te sturen.
Als u de aansporing om te gaan sturen niet
opvolgt, wordt de rijbaanassistent stand-by
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
07
249