Volgtijd
ACC is actief bij GROEN symbool (WIT =
stand-by).
Gerelateerde informatie
•
Adaptieve cruisecontrol* - snelheid rege-
len (p. 209)
•
Adaptieve cruisecontrol* - volgtijd instel-
len (p. 210)
•
Adaptieve cruisecontrol* - tijdelijke deac-
tivering en stand-by (p. 211)
Adaptieve cruisecontrol* - snelheid
regelen
De adaptieve cruisecontrol (p. 205) (ACC –
Adaptive Cruise Control) helpt u om een vei-
lige afstand tot voorliggers te houden.
Om de cruisecontrol aan te zetten:
•
Druk op de stuurtoets
- op het instru-
mentenpaneel (p. 219) gaat een vergelijk-
baar WIT symbool branden om aan te
geven dat de cruisecontrol stand-by (p.
211) staat.
Om de cruisecontrol in te schakelen:
•
Druk bij de gewenste snelheid op de
stuurtoets
of
.
>
De actuele snelheid wordt opgeslagen in
het geheugen, het instrumentenpaneel
toont korte tijd een 'vergrootglas' rond de
gekozen snelheid en de bijbehorende
markering verkleurt van WIT naar
GROEN.
Als dit symbool van WIT naar
GROEN verkleurt, is de cruisecon-
trol actief en houdt deze de auto op
de opgeslagen snelheid.
Alleen als op het symbool de
afbeelding van een ander
voertuig verschijnt, wordt de
afstand tot de voorligger
geregeld door de cruisecon-
trol.
07 Bestuurdersondersteuning
Tegelijkertijd wordt een snel-
heidsinterval gemarkeerd:
• de hogere snelheid met de
GROENE markering is de
voorgeprogrammeerde snel-
heid
• de lagere snelheid is de snelheid van de
voorligger.
Snelheid wijzigen
Om de opgeslagen snelheid te wijzigen:
•
Stel af met een korte druk op
elke druk zorgt voor +/- 5 km/h. De laatst
verrichte aanpassing wordt in het geheu-
gen opgeslagen.
Als u de snelheid verhoogt met het gas-
pedaal voordat u de knop
slaat de cruisecontrol de actuele rijsnel-
heid op die geldt bij het indrukken van de
knop.
Om aan te passen met +/- 1 km/h:
•
Houd de knop ingedrukt en laat los bij de
gewenste snelheid.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
of
-
/
indrukt,
07
209