07 Bestuurdersondersteuning
||
Inschakelen en activeren
Wanneer de snelheidsbegrenzer actief is, ver-
schijnt op het instrumentenpaneel het bijbe-
horende symbool (6) samen met een
markering (5) bij de ingestelde maximumsnel-
heid.
Zowel tijdens het rijden als bij stilstand is het
mogelijk een maximumsnelheid in te stellen
en op te slaan in het geheugen.
Tijdens het rijden
1. Druk op de stuurtoets
heidsbegrenzer in te schakelen.
> Het symbool (6) voor de snelheidsbe-
grenzer gaat branden op het instru-
mentenpaneel.
2. Wanneer de auto op de gewenste maxi-
mumsnelheid rijdt: Druk op een van de
stuurtoetsen
of
instrumentenpaneel bij de gewenste
maximumsnelheid een markering (5) ver-
schijnt.
> De snelheidsbegrenzer is daarmee
actief en de gekozen maximumsnel-
heid is daarmee opgeslagen in het
07
geheugen.
Bij stilstand
1. Druk op de stuurtoets
heidsbegrenzer in te schakelen.
*
198
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
2. Druk meerdere malen op de toets
dat op het instrumentenpaneel bij de
gewenste maximumsnelheid een
markering (5) verschijnt.
> De snelheidsbegrenzer is daarmee
Gerelateerde informatie
•
Snelheidsbegrenzer* (p. 197)
om de snel-
, totdat op het
om de snel-
actief en de gekozen maximumsnel-
heid is daarmee opgeslagen in het
geheugen.
Snelheidsbegrenzer* - snelheid
tot-
wijzigen
Een snelheidsbegrenzer (Speed Limiter) is te
beschouwen als een omgekeerde cruisecon-
trol – u regelt de snelheid met het gaspedaal,
terwijl de snelheidsbegrenzer voorkomt dat u
per ongeluk de vooraf gekozen/ingestelde
snelheid overschrijdt.
Om de opgeslagen snelheid te wijzigen:
•
Stel af met een korte druk op
van de toetsenset op het stuurwiel - een-
maal indrukken staat gelijk aan
+/- 5 km/h. De laatst verrichte aanpassing
wordt in het geheugen opgeslagen.
Om aan te passen met +/- 1 km/h:
•
Houd de knop ingedrukt en laat los als op
het instrumentenpaneel bij de gewenste
maximumsnelheid een markering ver-
schijnt.
Gerelateerde informatie
•
Snelheidsbegrenzer* (p. 197)
of