06 Sloten en alarm
||
Transpondersleutel en PCC* met 2
batterijen
1. Werk de batterijen voorzichtig los.
2. Plaats eerst een nieuwe met de pluszijde
(+) omhoog.
3. Leg het witte plastic vel op de geplaatste
nieuwe batterij en breng daarna nog een
nieuwe batterij aan met de pluszijde (+)
omlaag.
Batterijtype
Gebruik batterijen met de code CR2430, 3 V.
In elkaar zetten
1. Druk de afdekking weer op de transpon-
dersleutel vast.
2. Houd de transpondersleutel met de gleuf
omhoog en laat het sleutelblad in de gleuf
zakken.
3. Duw voorzichtig tegen het sleutelblad. U
hoort een klikgeluid wanneer het sleutel-
06
blad goed vastzit.
BELANGRIJK
Let erop dat lege batterijen op een milieu-
vriendelijke manier worden verwerkt.
Gerelateerde informatie
•
Transpondersleutel met sleutelblad (p.
163)
•
Transpondersleutel - functie (p. 166)
*
172
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Keyless*
Het passieve vergrendelings- en startsysteem
is verkrijgbaar in twee uitvoeringen: Keyless
drive en Keyless start.
Bij auto's met Keyless start-systeem is het
mogelijk de motor te starten (p. 276) zonder
dat de transpondersleutel in het contactslot
steekt.
Auto's met de Keyless drive-functie kunnen
worden ontgrendeld en vergrendeld (p. 175)
zonder de knoppen op de transpondersleutel
in te drukken en gestart zonder dat de sleutel
in het contactslot zit. Het systeem maakt het
eenvoudiger om de auto te openen wanneer
u bijvoorbeeld uw handen vol hebt.
Beide transpondersleutels van de auto heb-
ben de Keyless-functie. Er kunnen meer
transpondersleutels worden bijbesteld, zie
Transpondersleutel met sleutelblad (p. 163).
Het elektrische systeem van de auto kan met
de transpondersleutel in drie verschillende
niveaus worden gezet – sleutelstand (p. 72) 0,
I en II.
Gerelateerde informatie
•
Keyless* - veilig gebruik van de transpon-
dersleutel (p. 173)
•
Keyless* - storingen in de functie van de
transpondersleutel (p. 174)