Kaart
geeft uw positie op de kaart aan. Namen en symbolen van locaties worden weergegeven op de kaart. Als u
naar een bestemming navigeert, wordt de route met een lijn op de kaart gemarkeerd.
• Kaartnavigatie
(Schuiven en zoomen op de kaart, pagina
• Kaartinstellingen
(Kaartinstellingen, pagina
De kaart weergeven
1 Een buitenactiviteit starten.
2 Selecteer UP of DOWN om door het kaartscherm te bladeren.
3 Houd
ingedrukt en selecteer een optie:
• Selecteer Pan/Zoom als u wilt schuiven of in- of uitzoomen op de kaart.
TIP: Selecteer START om te schakelen tussen naar boven en naar beneden schuiven, naar links en naar
rechts schuiven, of zoomen. Houd START ingedrukt om het punt te selecteren dat wordt aangeduid door
het dradenkruis.
• Selecteer Om me heen als u nabij gelegen nuttige punten en via-punten wilt weergeven.
Naar een locatie op de kaart navigeren of een locatie opslaan
U kunt elke locatie op de kaart selecteren. U kunt de locatie opslaan of er naartoe navigeren.
1 Houd
ingedrukt op de kaartpagina.
2 Selecteer Pan/Zoom.
Op de kaart worden besturingselementen en een dradenkruis weergegeven.
3 Verschuif (pan) en zoom de kaart om de locatie in het midden van het dradenkruis te plaatsen.
4 Houd START ingedrukt om het punt te selecteren dat wordt aangeduid door het dradenkruis.
5 Selecteer zo nodig een nabij gelegen nuttig punt.
6 Selecteer een optie:
• Selecteer Ga om naar de locatie te navigeren.
• Selecteer Locatie opslaan om de locatie op te slaan.
• Selecteer Bekijk om informatie over de locatie weer te geven.
76
77)
77)
Navigatie