1.5 Contra-indicaties
Voor de volgende gezondheidstoestanden is het gebruik van de apparaten absoluut
gecontra-indiceerd:
Ontbrekende spontane ademhaling of acute respiratoire insufficiëntie,
bewusteloosheid, gestoord bewustzijn of coma zonder continue bewaking,
pneumothorax of pneumomediastinum, pneumocephalus oder liquorfistel, ernstige
epistaxis, hoog risico van een barotrauma, geblokkeerde luchtwegen,
middenoorontsteking of trommelvliesperforatie, toestand na een operatie aan de
hersenen en na chirurgische ingrepen aan de hypofyse of het midden- of binnenoor,
acute intolerantie voor verhoogde druk in de bovenste luchtwegen door een andere
oorzaak.
In het geval van de volgende gezondheidstoestanden mogen de apparaten alleen met
uiterste voorzichtigheid en in overleg met een arts worden gebruikt:
Acute cardiale decompensatie of hartinfarct, ernstige hartaritmieën, uitgesproken
hypotonie, met name in combinatie met intravasculaire volumedepletie, ernstige
hartinsufficiëntie, dehydratie, acute sinusitis of acute luchtweginfectie, ernstig
schedelletsel, chronische luchtweg- of middenoorinfecties.
1.6 Bijwerkingen
Bij het gebruik van het apparaat kunnen na korte en lange toepassing de volgende
ongewenste bijwerkingen optreden: (Allergische) neusverkoudheid, onpasselijkheid,
luchtslikken/aerofagie, centrale slaapapneu, rhinorroe, hoofdpijn, otitis/oorpijn,
verslikken/aspiratie, drukintolerantie, angsttoestanden, vermoeidheid, klachten in de
borststreek.
Hierbij gaat het om algemene bijwerkingen die niet specifiek te wijten zijn aan het
gebruik van de apparaten van het type WM110TD / WM120TD.
Bij slechte synchronisatie van patiënt en apparaat bestaan extra risico's, zoals
verminderde effectiviteit, slaapstoornis, onpasselijkheid of letsel aan de luchtwegen.
Daarom zijn passende instellingen van de triggergevoeligheid en de inspiratieduur
vereist.
De volgende gerapporteerde, potentiële, ongewenste werkingen kunnen door het
toevoegen van een bevochtiger worden verzacht: droge mond, droge neus, sinusitis,
epistaxis.
Accessoires bij de behandeling, zoals maskers of ademluchtbevochtigers, kunnen extra
bijwerkingen veroorzaken. Neem de gebruiksaanwijzingen van de betreffende
accessoires in acht.
De volgende gerapporteerde, potentiële bijwerkingen kunnen door activering van
comfortfuncties zoals softSTART (drukhelling tijdens de eerste minuten van de
therapie) of softSTOPP (inverse drukhelling bij uitschakelen van de beademing) worden
verzacht: verstikkingsgevoel, moeilijker uitademen, slapeloosheid, dyspneu in de
ochtend.
|
6
NL
1 Inleiding