14.1.2 De injectorkop inspecteren
14.1.3 De drukhuls inspecteren
Controleer voor iedere procedure de drukhuls op tekenen van slijtage of vermoeidheid door met een
lamp door de drukhuls te schijnen. Bayer raadt aan om de drukhuls te vervangen indien defecten
worden gevonden tijdens de dagelijkse inspectie.
Draai de drukhuls terwijl u erdoorheen kijkt, zodat u de drukhuls van alle kanten kunt inspecteren. Dit
betreft de voorkant, het hele cilinderoppervlak en de groeven die in contact staan met de injectorkop.
Een drukhuls moet worden afgekeurd als hij barstjes, haarscheurtjes of krassen (als er een vingernagel
in de kras kan blijven hangen) bevat of ondoorschijnend is. Deze gebreken duiden erop dat de drukhuls
verzwakt is en tijdens een hogedrukinjectie kan breken. De drukhuls mag NIET WORDEN GEBRUIKT als
een van deze omstandigheden zich voordoet.
8. Duw de zuiger geheel naar voren.
9. Schakel het systeem uit op de voedingsbron.
10. Reinig de zuiger.
11. Reinig de binnenkant van de spuitaansluiting.
12. Reinig het wegklapbare deel. De kegel van het wegklapbare deel moet vrij naar voren
en naar achteren kunnen draaien. Als dit niet het geval is, kan hij verontreinigd zijn
met contrastmiddel.
13. Reinig de behuizing van de injectorkop.
14. Plaats de schone drukhuls terug.
15. Plaats de schone afdekking van het wegklapbare deel terug.
16. Plaats de schone spuitwarmhouder terug.
17. Verwijder al het gemorste contrastmiddel van de tafelbeugel en tafelrail, zodat de beugel vrij
kan bewegen langs de rail.
OPMERKING: Zorg als er vloeistof in het systeem is binnengedrongen of hierop is
gemorst dat alle aansluitingen met de apparatuur en accessoires worden
verbroken, gedroogd en geïnspecteerd. Volg vóór gebruik het beleid van
de instelling of neem contact op met Bayer voor informatie over het
uitvoeren van de juiste controles op het gebied van de elektrische
veiligheid en werking.
•
Controleer de behuizing op beschadigingen en barsten waardoor vloeistof naar binnen zou
kunnen lekken of waardoor de structurele sterkte van het apparaat kan worden verzwakt.
•
Inspecteer alle kabels die op het apparaat zijn aangesloten.
•
Wees bedacht op sneden, barsten, slijtageplekken en andere zichtbare beschadigingen
van de kabels.
•
Vergewis u ervan dat alle connectoren stevig zijn aangesloten.
•
Vergewis u ervan dat alle montagebouten en -schroeven stevig zijn aangedraaid.
•
Controleer de spuitaansluiting, inclusief de spuitwarmhouder en de drukhuls, op aangekoekt
contrastmiddel. Volg de in dit hoofdstuk beschreven reinigingsrichtlijnen op.
•
Inspecteer de draaipunten om te zorgen dat ze vrij kunnen bewegen.
•
Inspecteer de injectorkopbediening op schade en overmatige slijtage.
Reiniging en onderhoud
14 - 89