7
De injector opstarten en uitschakelen
Dit hoofdstuk beschrijft:
7.1 Het systeem opstarten
Risico op elektrische schokken - dit kan licht of matig letsel bij patiënt en/of operator tot
gevolg hebben.
7.2 Uitschakelen
7.3 Uitschakelen in noodgevallen
Mechanisch gevaar - dit kan licht of matig letsel bij patiënt en/of operator tot gevolg hebben.
Druk in geval van een noodsituatie zoals brand, explosie of elektrische schokken op de
aan-/uitschakelaar van de bedieningsmonitor of van de voedingsbron, of trek de stekker
uit het stopcontact om het systeem uit te schakelen.
•
"Het systeem opstarten"
•
"Uitschakelen"
•
Controleer of de spanning en de frequentie die op het serienummerplaatje achter op de
voedingsbron vermeld staan, overeenstemmen met de spanning en de frequentie van de
netvoeding.
•
Gebruik geen verlengsnoer of stroomadapter met het systeem.
1. Druk op de aan-/uitschakelaar op de voedingsbron.
2. Open het deksel van de aan-/uitschakelaar op de bedieningsmonitor en druk op de aan-/
uitschakelaar. Er verschijnt eerst een welkomstscherm en daarna een veiligheidsscherm.
3. Sluit het deksel van de aan-/uitschakelaar.
4. Lees de waarschuwingen en druk op Verdergaan. Het tabblad Home verschijnt.
1. Open het deksel van de aan-/uitschakelaar op de bedieningsmonitor en druk op de
aan-/uitschakelaar.
2. Sluit het deksel van de aan-/uitschakelaar.
3. Druk op de aan-/uitschakelaar op de voedingsbron.
•
Schakel de systeemvoeding uit en koppel de patiënt af wanneer een systeemstoring
optreedt.
LET OP
LET OP
7 - 39