LET OP
MEDEDELING
OPMERKING
2.4 Knoppen en pictogrammen
Met de knoppen op de bedieningsmonitor, injectorkop en voedingsbron hebben de operators
toegang tot de functies van het injectorsysteem. De pictogrammen die gebruikt worden op de
bedieningsmonitor, injectorkop en voedingsbron informeren operators over systeemprocessen
en dienen ter identificatie van aansluitpoorten.
2.4.1 Knoppen en pictogrammen op de bedieningsmonitor
Geeft aan dat de informatie een "let op"-melding is. "Let op"-meldingen
wijzen op omstandigheden die licht tot matig letsel bij de patiënt of operator
tot gevolg kunnen hebben. Zorg dat u de "let op"-meldingen hebt gelezen
en begrepen voordat u het injectiesysteem gebruikt.
Geeft aan dat de informatie een mededeling is. Mededelingen informeren
u over omstandigheden die kunnen resulteren in schade aan het apparaat.
Zorg dat u de mededelingen hebt gelezen en begrepen voordat u het
injectiesysteem bedient.
Geeft aan dat de informatie die volgt belangrijke aanvullende aanwijzingen
bevat, of een tip om een fout te herstellen. Een opmerking kan ook een
verwijzing zijn naar relevante informatie in de handleiding.
Aanduiding helderheidsregelaars bedieningsmonitor.
Helderheid vergroten (+) en verkleinen (-).
Bevestigingspictogram voor verwijderde lucht - geeft aan dat de operator
bevestigd heeft dat alle lucht verwijderd is.
Geeft aan dat de bedieningsmonitor vergrendeld is omdat iemand een andere
bedieningsmonitor of de bedieningselementen van de injectorkop gebruikt.
Aanduiding aan-uitschakelaar.
De aansluiting van de handschakelaar op de achterzijde van de
bedieningsmonitor.
De aansluiting van voedingskabel op de achterzijde van de bedieningsmonitor.
Geeft aan dat een Imaging System Interface (ISI) ingeschakeld is en correct
functioneert.
Dit symbool wordt ook gebruikt in de handleiding om stappen mee aan te
duiden die specifiek van toepassing zijn op ISI.
Operators gebruiken de knop Beëindigen casus om de injectie voor een
patiëntencasus te beëindigen, om de spuitplunjer terug te trekken, om het
getal Totaal contrast te wissen en om een record van de casus te creëren.
De injectie-indicator, die tijdens een injectie verschijnt.
Symbolen en pictogrammen
2 - 5