®
MEDRAD
Mark 7 Arterion-injectiesysteem
10.3.1 Een enkele ml/s-injectie uitvoeren in enkele injectiemodus
10.3.2 Een enkele ml/m-injectie uitvoeren in enkele injectiemodus
10.3.3 Een enkele ml/s-injectie of injectie met variabele flowsnelheid uitvoeren in multipele injectiemodus
10 - 68
OPMERKING: De term startschakelaar wordt in deze paragraaf gebruikt om te verwijzen
naar de handschakelaar, voetschakelaar of handbediening.
1. Druk op de startschakelaar en blijf deze indrukken om de injectie te starten, en houd hem
ingedrukt tot de injectie voltooid is.
Het systeem stopt met injecteren en schakelt de vrijgave uit wanneer:
•
het geprogrammeerde volume bereikt is, of
•
de operator de startschakelaar loslaat, of
•
wanneer de operator op de bedieningselementen van de bedieningsmonitor of de
injectorkop drukt.
Tijdens de injectie wordt de injectie-indicator weergegeven onder de afbeelding van de spuit
en knippert het vrijgavelampje.
2. Ga naar
"10.4 - Een injectie
OPMERKING: De term startschakelaar wordt in deze paragraaf gebruikt om te verwijzen
naar de handschakelaar, voetschakelaar of handbediening.
1. De startschakelaar indrukken en loslaten om de injectie te starten.
Het systeem stopt met injecteren en schakelt de vrijgave uit wanneer:
•
het geprogrammeerde volume bereikt is, of
•
de operator de startschakelaar opnieuw indrukt en loslaat, of
•
wanneer de operator op de bedieningselementen van de bedieningsmonitor of de
injectorkop drukt.
Tijdens de injectie wordt de injectie-indicator weergegeven onder de afbeelding van de
spuit en knippert het vrijgavelampje.
2. Ga naar
"10.4 - Een injectie
OPMERKING: De term startschakelaar wordt in deze paragraaf gebruikt om te verwijzen
naar de handschakelaar, voetschakelaar of handbediening.
1. Druk op de startschakelaar en blijf deze indrukken om de injectie te starten, en houd hem
ingedrukt tot de injectie voltooid is.
Het systeem stopt met injecteren en blijft vrijgegeven wanneer:
•
het geprogrammeerde volume bereikt is en het restvolume in de spuit voldoende is om
nog een injectie uit te voeren, of
•
wanneer de operator de startschakelaar loslaat en het restvolume in de spuit voldoende
is om nog een injectie uit te voeren, of
•
wanneer de operator een andere, met het systeem verbonden startschakelaar indrukt
en loslaat en het restvolume in de spuit voldoende is om nog een injectie uit te voeren.
Het systeem schakelt de vrijgave uit wanneer:
•
de operator de startschakelaar loslaat en het restvolume in de spuit onvoldoende is om
nog een injectie uit te voeren, of
•
de operator een andere startschakelaar indrukt en loslaat en het restvolume in de spuit
onvoldoende is om nog een injectie uit te voeren, of
•
wanneer de operator op de bedieningselementen van de bedieningsmonitor of de
injectorkop drukt.
Tijdens de injectie wordt de injectie-indicator weergegeven onder de afbeelding van de spuit
en knippert het vrijgavelampje.
2. Herhaal stap stap 1 om verdere injecties uit te voeren.
3. Ga naar
"10.4 - Een injectie
voltooien".
voltooien".
voltooien".