Inhoudsopgave
Advertenties
®
MEDRAD
Mark 7 Arterion-injectiesysteem
8.1.2 Injectieparameters instellen op het tabblad Home - Fasegestuurd
Fasegestuurde protocollen hebben tot vier verschillende reeksen flowsnelheden en volumes voor een
enkele continue injectie. Operators kunnen tot vier fasen per protocol invoeren. De druklimiet blijft voor
elke fase gelijk.
8 - 42
Afbeelding 8 - 1: Enkel protocol instellen
OPMERKING: De weergegeven waarden zijn gebaseerd op het laatst gebruikte protocol
of op de standaardwaarden.
2. Selecteer het bij een parameter behorende vakje om die parameter te wijzigen.
3. Gebruik het numerieke toetsenblok om de protocolparameter in te voeren.
4. Bevestig de waarde door Enter of een andere parameter te selecteren.
5. Selecteer Vertraging. Er verschijnt een numeriek toetsenblok met de knoppen
Röntgenopname en Injectie.
a. Voer de vertragingstijd in. Een vertragingstijd van nul is gelijk aan geen vertragingstijd.
b. Selecteer Röntgenopname of Injectie.
c. Selecteer Enter om de waarde te bevestigen.
OPMERKING: Een geprogrammeerde vertragingsparameter functioneert alleen bij
gebruik van ISI.
6. Herhaal stap 2-4 om nog andere parameters te wijzigen.
OPMERKING: De initiële stijgtijd hangt af van de door de operator ingevoerde waarde.
De stijgtijd tijdens de fase is onveranderlijk.
OPMERKING: Indien de optie Fasegestuurd niet zichtbaar is, gaat u naar het tabblad
Opties van de bedieningsmonitor om fasegestuurde injecties te activeren.
Zie
"5.4 - Tabblad
OPMERKING: ISI werkt niet met fasegestuurde protocollen.
Opties".
Advertenties
Inhoudsopgave
