Vergrendelend en niet-vergrendelend alarmgedrag
Wanneer een alarmconditie niet langer bestaat,
gedragen de akoestische en zichtbare alarmsigna-
len zich op een van de volgende twee manieren:
– De alarmsignalen stoppen automatisch wan-
neer de alarmconditie niet langer bestaat.
Dit type alarm wordt aangeduid als een niet-
vergrendelende alarmconditie.
– De alarmsignalen houden aan totdat u de
alarmgebeurtenis bevestigt, ook al bestaat
de alarmconditie niet meer. Dit type alarm
wordt aangeduid als een vergrendelende alar-
mconditie.
Over het algemeen zijn alarmen met een hoge prio-
riteit vergrendelende alarmcondities, terwijl alarm-
condities met een lage prioriteit niet-vergrendelend
zijn. Uitzonderingen op dit alarmgedrag worden
vermeld op pagina 93.
De alarmprioriteit van een vergrendelende alarm-
conditie bepaalt hoe de alarmsignalen zich gedra-
gen wanneer de alarmconditie niet langer bestaat:
– Een vergrendelende alarmconditie met een
hoge prioriteit wordt kenbaar gemaakt met de
gebruikelijke akoestische en zichtbare alarm-
signalen (zie pagina 91 en pagina 89).
– Een vergrendelde alarmconditie met een
gemiddelde alarmprioriteit wordt in rang ver-
laagd tot een statusbericht, dat in de kopbalk
verschijnt. De alarmkop knippert niet, en er zijn
geen akoestische alarmsignalen.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen SW VG2
Een vergrendelende alarmconditie bevestigen
Druk op een van de volgende twee toetsen:
– De gele toets
de Cockpit.
– De gele toets
de M540.
of
– Selecteer de knop Alle alarmen uit/Alle alar-
men pauzeren (de naam en functie van
de knop hangen af van de configuratie van
de Cockpit – zie pagina 330). Druk in de hoofd-
menubalk op het symbool voor snelle toegang
naast de knop Alarmen... om de
knop toegankelijk te maken.
De vergrendelde alarmsignalen worden gewist
en alle akoestische en zichtbare alarmsignalen ver-
dwijnen.
Meerdere alarmcondities
Wanneer er meerdere alarmcondities zijn, melden
de Cockpit en de M540 de recentst gedetecteerde
alarmconditie met de hoogste prioriteit. Wanneer
er diverse alarmcondities tegelijkertijd optreden,
knipperen de parametervakken voor alle alarme-
rende parameters. De alarmconditie met
de hoogste prioriteit bepaalt welk akoestisch alarm-
signaal er wordt gegenereerd, hoe de alarmbalk en
het parametervak verschijnen en welk alarmbericht
in de kopbalk wordt weergegeven. Als er meer dan
twee alarmen tegelijkertijd actief zijn, worden de
desbetreffende berichten weergegeven in de kop-
balk, samen met de knop Meer... die toegang biedt
tot aanvullende berichten (zie pagina 49).
Alarmen
op het voorpaneel van
op het voorpaneel van
87