Beademingsdisplay (RFi)
De ademhalingsweergave op de Cockpit
bestaat uit:
– Parametervak voor ademhaling
– Ademhalingscurve
Parametervak voor ademhaling
OPMERKING
In het volgende diagram ziet u een gangbare inde-
ling van een parametervak. De indeling kan veran-
deren als er aanvullende parameters worden
weergegeven. Zie "Parametervakken"
op pagina 51 voor meer informatie.
In parametervakken worden parameterwaarden
gerapporteerd en wordt de alarmstatus van para-
meters aangegeven. In parametervakken kunnen
ook technische omstandigheden zoals losgeraakte
sensoren e.d. worden gerapporteerd. Zie het
hoofdstuk "Probleemoplossing" op pagina 375
voor gedetailleerde informatie over de inhoud van
parametervakken voor elke parameter.
Het ademhalingsparametervak bevat de volgende
elementen:
A
B
E
D
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen SW VG2
A Label voor impedantie respiratoire
frequentie (RFi)
B Meeteenheden – kunnen worden geacti-
veerd/gedeactiveerd
C Bovenste/onderste alarmgrenzen of doorge-
kruiste driehoeksymbolen wanneer alarmen
zijn gedeactiveerd.
D Waarde ademhalingsfrequentie
E Longsymbool dat knippert voor elke gedetec-
teerde ademhaling
Ademhalingsmarkeringen
Ademhalingsmarkeringen geven aan op welk
moment een ademhaling is gedetecteerd, niet wan-
neer een ademhaling begint of eindigt. Als adem-
halingsmarkeringen ook tijdens een artefact
verschijnen, stelt u de meetmodus voor ademha-
ling in op handmatig en stelt u de drempelwaarde
voor ademhalingsdetectie zodanig bij dat alleen
geldige ademhalingen worden gedetecteerd.
In het volgende diagram ziet u hoe met witte,
verticale markeringen in de ademhalingscurve
elke gedetecteerde ademhaling kan worden geï-
dentificeerd.
C
Ademhalingsmarkeringen worden niet naar het
Infinity-netwerk verzonden.
Zie pagina 205 voor het activeren of deactiveren
van de weergave van ademhalingsmarkeringen.
Impedantierespiratie (RFi)
203