Werkingsconcept
Wanneer een parameter in alarm is, knippert het
parametervenster in de kleur van de alarmprioriteit
en verschijnt er een overeenkomstige alarmbood-
schap in de kopbalk (zie "Probleemoplossing"
op pagina 375). De parametervelden die voor elke
parameter op de Cockpit worden weergegeven,
worden gedetailleerd beschreven in elk parameter-
hoofdstuk.
Curven
De Cockpit geeft minimaal 6 seconden aan
curvegegevens weer per curvekanaal met een cur-
vesnelheid van 25 mm/s wanneer er geen dialoog-
vensters open zijn. De hoeveelheid weergegeven
curven hangt af van de grootte van de Cockpit.
Wanneer de curveoptie is geactiveerd, kunnen er
op de Cockpit tot 16 curven worden weergegeven.
Met de volgende functies kunt u de curven
aanpassen:
– Kleuren wijzigen voor afzonderlijke parameters
(zie bijvoorbeeld pagina 174 om de kleur voor
een ECG te wijzigen)
– De curvesnelheden wijzigen (zie pagina 321)
Curven worden van links naar rechts getekend en
kunnen de volgende informatie bevatten:
– Signaalschalen
– Rasters
– Meeteenheden
– Parameterlabels
– Pacemakerspikes
– QRS-synchronisatiemarkeringen
– Markeringen voor respiratiecurven om ademde-
tectie aan te geven
– Meldingen (zie pagina 53)
OPMERKING
Als het verworven signaal niet in het curvekanaal
past, kan de bovenzijde van de curve zijn
afgekapt.
52
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen SW VG2
Curven vastzetten/stoppen
Selecteer in de hoofdmenubalk de knop
Curven bevriezen.
Alle curven stoppen en het bericht Curven bevro-
ren verschijnt in elk curvekanaal. Na ongeveer
60 seconden worden de curven opnieuw actief.
Als u de curven eerder wilt starten, selecteert
u de knop Curven bevriezen opnieuw.
Het stoppen van curven is niet van invloed op de
continue bewaking van alle parameters en stopt
geen curven op de M540.