Profiel instellen
In een profiel worden de patiënt- en apparaatinstel-
lingen opgeslagen voor toekomstig gebruik. Met
profielen wordt het maken van tijdrovende set-ups,
die anders voor iedere monitoring sessie opnieuw
moeten worden uitgevoerd, vermeden. Elke
patiëntcategorie heeft een eigen standaardprofiel.
Alle taken die met profielen verband houden, wor-
den uitgevoerd op de pagina's Profielen.
Een profiel selecteren
In het volgende diagram ziet u de pagina Profiel
selecteren waarop u een profiel kunt selecteren
met vooraf geconfigureerde patiënt- en apparaatin-
stellingen.
Systeem instelling
C
D
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen SW VG2
A
B
E
F
G
A De tab Profielen
B De tab Profiel selecteren
C Selectieknop Volwassen
D Selectieknop Pediatrisch
E Selectieknop Neonaat
F Pijlknop Profiel
G Omschrijvingsvenster van geselecteerd profiel
Een profiel selecteren
1 Selecteer in de hoofdmenubalk de knop
Systeem instelling....
2 Selecteer de tab Profielen (A) > de tab
Profiel selecteren (B).
3 Selecteer de gewenste patiëntcategorieknop:
– Volwassen (C)
– Pediatrisch (D)
– Neonaat (E)
4 Selecteer de pijlknop naast de menuselectie
Profiel (F) om een lijst met profielen binnen de
geselecteerde patiëntcategorie weer te geven.
Indien beschikbaar wordt er een beschrijving
van het geselecteerde profiel weergegeven
in het omschrijvingsveld (G).
Systeemconfiguratie
351