Interval-NIBP-modus
In het volgende diagram wordt een parametervak
getoond terwijl de interval-NIBP-modus is geselec-
teerd (zie pagina 249 voor meer informatie).
A
B
I
H
G
NIBP-metingsmodi
WAARSCHUWING
Druk op de vaste NIBP-start/stop-toets
om de manchet snel te laten leeglopen als er
zich bij de patiënt een probleem voordoet.
De volgende modi voor NIBP-meting zijn
beschikbaar:
– Enkel
– Interval
– Continu
De geselecteerde modus beïnvloedt het uiterlijk
van het NIBP-parametervak (zie pagina 246).
Lees de voorzorgsmaatregelen op pagina 243
voordat u NIBP-metingen neemt.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen SW VG2
C
D
E
F
Niet-invasieve bloeddruk (NIBP)
A NIBP-parameterlabel
B Meeteenheid (kan worden geactiveerd/gedeac-
tiveerd)
C Tijd verstreken sinds de laatste NIBP-meting
D Waarde van laatste gemiddelde druk
E Alarmgrenzen of doorgekruiste driehoeksym-
bolen wanneer alarmen zijn gedeactiveerd
F Geselecteerd opblaasinterval (zie pagina 250)
G Waarde van opblaasdruk of voortgangsbalk
H Label auto (nadat de meting is voltooid, wordt
het label vervangen door een voortgangsbalk
waarmee wordt aangegeven hoeveel er tijd res-
teert voordat de volgende meting wordt gestart)
I
Waarde van systolische en diastolische druk
Aan het begin van de meting blaast de M540 de
manchet op tot een druk die in de volwassen/pedia-
trische modus 25 mmHg (3,3 kPa), en in de neona-
tale modus 30 mmHg (4 kPa), boven de eerder
gedetecteerde systolische waarde valt. Als de
M540 geen geldige meting kan verkrijgen, wordt de
manchet opnieuw opgeblazen tot de maximale
opblaasdruk, op voorwaarde dat er geen time-out is
opgetreden voor de meetcyclus. Als de M540 geen
meting binnen de meetcyclus kan bewerkstelligen,
wordt er pas een nieuwe meting uitgevoerd wan-
neer het volgende geplande interval is bereikt of
wanneer u handmatig een enkele meting start.
De laatste NIBP-meetwaarde wordt in het parame-
tervak weergegeven totdat de nieuwe meting is vol-
tooid. Nieuwe waarden worden aan het einde van
een meting weergegeven. Aan het einde van een
meting klinkt een beltoon, als de desbetreffende
functie is geactiveerd (zie pagina 250).
247